Haar naam was Inlichtingen

Onbekend

Een man, Paul heette hij, vertelde eens het verhaal van een hele bijzondere vriendin die hij kreeg toen hij nog maar een klein jongetje was. Dat was in de dagen dat de telefoon nog in de kinderschoenen stond en niet veel mensen dat mooie apparaat in huis hadden. Maar Pauls vader had er wel een, en dat ding was het pronkstuk van de hele buurt.

Hij was zelf nog te klein om te begrijpen hoe alles werkte, maar hij luisterde altijd gefascineerd naar zijn moeder of vader als die in het toestel praatten.

En toen, op een bijzondere dag, ontdekte Paul dat er ergens in dat prachtige apparaat een persoon leefde. Dat was een dame met een vreemde naam. Haar naam was Inlichtingen.

Telkens als Moeder of Vader iets moesten weten belden ze een speciaal nummer en dan kwam de stem van die dame uit het toestel en zei ze haar naam. Vader vroeg haar dan bijvoorbeeld om een nummer dat hij moest bellen. Dan was het even stil en een paar seconden later kwam de stem van Inlichtingen weer terug en kreeg Vader het antwoord dat hij nodig had.

Inlichtingen kende alle telefoonnummers van de mensen in de buurt. Ze wist de juiste tijd en kon je ook nog vertellen wat voor weer het op zondag zou worden, en ga zo maar door. Ze wist werkelijk alles.

De eerste keer dat Paul zelf kennis maakte met Inlichtingen was op de dag dat hij zijn vinger bezeerd had. Moeder was op bezoek bij de buurvrouw en Paul, verveeld als hij was speelde in de kelder met de gereedschapskist van zijn vader.

Per ongeluk sloeg hij keihard met de hamer op zijn duim en de pijn was verschrikkelijk. Hij rende huilend naar boven maar er was niemand om hem te helpen.

Niemand?
Jawel… er was een telefoon en daar woonde Inlichtingen.

Paul rende naar de huiskamer en sleepte het voetenbankje naar de telefoon zodat hij er bij kon en pakte de hoorn van de haak.

“Inlichtingen?” zei hij met een gespannen stemmetje.

En toen, terwijl hij ingespannen luisterde hoorde hij de stem waar hij zo naar verlangde.

“Ja, dat klopt. Dit is Inlichtingen. Zeg het maar.”

“Ik heb mijn vinger pijn gedaan,” jammerde onze Paulus in de telefoon.

Het was even stil, maar toen kwam het antwoord. “Is je moeder niet thuis?”

“Niemand is thuis behalve ik!” huilde Paul.

“Bloedt het?’ vroeg de stem.

“Nee,” antwoordde hij. “Ik sloeg op mijn vinger met de hamer en het doet zo’n pijn.”

“Kun je je ijskast openmaken?” vroeg de stem weer.

“J-Ja,” jammerde Paul.

“Dan hak je een klein stukje ijs af en houd je het tegen je vinger,” zei de stem. “Dat helpt.”

Het werkte inderdaad en vanaf dat moment had Paul een nieuwe vriendin. Hij belde

Inlichtingen voor alles. Meestal als Vader en Moeder niet thuis waren, maar soms ook als ze er wel waren. Dan vroeg hij netjes of hij even mocht bellen.

Hij vroeg haar om hulp voor van alles en nog wat. Ze praatten over honden en katten, over andere landen in de wereld en over school en ze hielp hem vooral bij het spellen van moeilijke woorden.

 

En toen was er die dag dat Pauls kanariepietje stierf en hij haar in tranen opbelde. Ze luisterde heel aandachtig en zei de gebruikelijke dingen die volwassenen zeggen om een kind te kalmeren, maar Paul was ontroostbaar. Paul vroeg: “Waarom is het dat vogels die zo mooi kunnen zingen en vreugde aan ons brengen als een hoopje veren op de bodem van een kooi eindigen?

Ze moet erg ontroerd zijn geweest, want ze zei zacht: “Paul, onthoud altijd dat er nog een andere wereld is om in te zingen. Dit leven is nooit het einde.” Paul begreep het niet, maar op de een of andere manier voelde hij zich toch beter.

Maar toen Paul negen jaar oud was, verhuisden hij en zijn familie naar de andere kant van het land en dat was meteen het einde van het contact. Paul miste zijn vriendin heel erg. Maar Inlichtingen woonde in die oude telefoon thuis, en het kwam niet bij hem op om die nieuwe, glanzende telefoon op de tafel in de hal te proberen.

Maar vergeten deed hij haar nooit. Vaak, op momenten van twijfel en verbijstering herinnerde hij zich het serene gevoel van veiligheid dat hij kreeg als hij met haar praatte. Nu begreep hij dat er iemand anders in een kantoor naar hem geluisterd had, iemand met geduld en begrip, die bereid was om haar kostbare tijd aan een kleine jongen te besteden.

Een paar jaar later, toen Paul student was, zat hij op het vliegveld en moest een uurtje overbruggen en wilde hij zijn zus bellen die weer in hun oude stad woonde. Maar haar nummer kon hij zich niet zomaar herinneren. Zonder verder na te denken over wat hij aan het doen was, belde Paul het inlichtingennummer en hoorde: “Inlichtingen.”

Er ging een schok door hem heen, want wonderbaarlijk genoeg kende hij die vriendelijke stem uit zijn jeugd. Dit was Inlichtingen.

Toen hoorde hij zichzelf zeggen: “Inlichtingen, hoe spel ik automobiel?

Er volgde een lange stilte, maar toen kwam het zachte antwoord: “Hoe is het met je vinger, Paultje. Is die al genezen van die klap met de hamer?”

Paul lachte. “Dus u bent het echt. U werkt er nog steeds. Ik denk niet dat u weet hoeveel u voor me betekend heeft in die tijd.”

“En jij weet niet hoeveel jij voor mij hebt betekend,” antwoordde de vrouw. “Ik heb nooit kinderen gehad, en keek altijd uit naar je telefoontjes.” Paul vertelde haar hoe vaak hij in de loop der jaren aan haar had gedacht en vroeg toen of hij haar weer mocht bellen als hij in de buurt was.

“Doe dat alsjeblieft,” zei ze. “Vraag maar gewoon naar Sally.”

Drie maanden later was Paul weer bij zijn zus en besloot hij Sally uitgebreid te bellen. Maar na het inlichtingennummer gebeld te hebben antwoordde er een andere stem. “Inlichtingen.”

“Ik…uh… zoek Sally. Is ze er?”

“Bent u een vriend?”

“Ja, Sally is een hele oude, goede vriendin,” antwoordde Paul.

Het was even stil. Toen kwam de stem weer, die zei: “Het spijt me dat ik u dit moet vertellen. Sally heeft de laatste jaren alleen nog parttime gewerkt. Ze was erg ziek en is vijf weken geleden overleden.”

Het duizelde bij Paul en hij kon niets uitbrengen. Tenslotte wilde hij maar ophangen maar de andere vrouw zei: “Is uw naam misschien Paul?”

“Ja,” antwoordde Paul verbouwereerd.

“Sally heeft een bericht voor je achtergelaten. Ze schreef het op voor het geval je zou bellen. Laat me het je voorlezen.” Ze moest even zoeken, maar had de boodschap toen in haar hand en las: “Als Paul belt vertel hem dan dat er een andere wereld is waar iedereen weer zingt en waar de pijn verdwenen is. Hij zal zeker begrijpen wat ik bedoel.”

Laat een bericht achter:

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier