Absurd voor een egoïstisch hart

En toen Jezus in Bethanië was, in het huis van Simon, de melaatse, kwam er een vrouw met een albasten kruik gevuld met onvervalste nardus olie van grote prijs; en goot die op Zijn hoofd. En er waren sommigen, die haar dat zeer kwalijk namen en zeiden: Waartoe deze verspilling?
Markus 14:3-4

Deze handeling viel niet bij iedereen in goede aarde en in het bijzonder niet bij Judas Iskariot die het maar een grote verspilling vond en de olie liever zelf had verkocht om er zogenaamd de armen mee te helpen. Het lijkt meer voor de hand te liggen dat hij dat geld graag in eigen zak had gestoken. Maar we kunnen er lering uit trekken.
Hoe absurd lijkt de impuls van liefde voor een egoïstisch hart.  Voor zo’n hart is het gedrag van deze vrouw onaanvaardbaar en zelfs absurd. Hoe kon Judas deze daad begrijpen, want in zijn hart spookte er heel wat anders rond dan liefde voor de Heer.

Helaas blijkt telkens weer dat dergelijke spottende, laagdunkende opmerkingen heel wat pijn kunnen veroorzaken. Een venijnige blik of een enkele nare, ondoordachte opmerking is vaak al genoeg om mensen zich schuldig te laten voelen en minachting te zaaien in plaats van vrede en liefde. Het is een passend beeld van het menselijk hart zonder de aanwezigheid van de Heilige Geest. Hoe snel zijn mensen niet bereid om gaten te schieten in iemands gedrag als dat gedrag niet begrepen wordt.

De vrouw in het Bijbelverhaal was zich van geen kwaad bewust. Ze gaf zich slechts over aan een overweldigende impuls om de Redder haar liefde te betonen. Ze had geen ander motief dan Jezus te laten zien hoe kostbaar Hij was voor haar.

Maar de kille opmerkingen van ongeloof gaven haar het gevoel dat ze dwaas handelde. Ze was onvoorzichtig, verspillend en maakte zich bovendien schuldig aan de gevoelloze verwaarlozing van de armen. Geen wonder dat ze zich even geen raad wist. Maar Jezus strekte Zijn liefdevolle armen uit en wierp het schild van Zijn goedkeuring over haar heen. Dat was genoeg voor haar. Jezus accepteerde haar geschenk. Wat doet het ertoe als de wereld met Judas voorop, overal fouten in ziet zolang Jezus ons maar toelacht en zegt: “Ik houd van je, Mijn kind.”

Judas had beter moeten weten. Hij had moeten begrijpen dat alles wat niet wordt aangeraakt door de hemelse schoonheid altijd grauw blijft. Een kiezelsteen in de bedding van een zonovergoten stroom straalt met een haast onaardse pracht. Overal over de steen lopen kleine gekleurde adertjes die flonkeren en oplichten in het water. Maar als je die steen uit het water haalt en de zon hem opdroogt is er niets meer van die schoonheid te ontdekken. De steen is dan dof, kleurloos en lijkt wel waardeloos.

Zo is dat ook met onze levens en daden. Als wij ons onderdompelen in de grote rivier van Gods schoonheid beginnen zelfs onze kleinste daden te flonkeren met een groot licht. Alles in ons leven waar op staat: “Voor Christus” wordt schoon en geheiligd. Dat is het recept voor een eerlijk en vruchtbaar leven.

Jezus is niet onrechtvaardig om, wat we ook maar voor Hem doen uit liefde voor God, te vergeten. In het huis van Simon was de geur van de kostbare olie ongetwijfeld snel verdwenen, de scherven van het gebroken kruikje werden in de vuilnisbak gegooid, maar de hele wereld spreekt nog steeds van die ene daad van liefde, en zo ruikt de olie nog altijd zoet en bloeit de daad van deze vrouw voor altijd.

En zo is dat ook met onze daden, hoe klein die ook mogen zijn.

Download PDF

Laat een bericht achter:

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier