Maandag 22 mei 2023

Gebed voor de week

Liefdevolle Heer, hemelse Vader, ik geef mij vandaag aan U met alles wat ik heb, alles wat ik doe, wat ik meemaak; deze week en voor altijd. Geef me de genade Heer, om alles te doen wat U behaagt. Zuiver mijn hart, heilig mijn denken, corrigeer mijn verlangens. Leer mij om U te eren met eenvoudig vertrouwen en onmiddellijke gehoorzaamheid, opdat mijn leven een levend offer zal zijn door de kracht van Uw Heilige Geest. In de naam van Uw Zoon Jezus Christus; mijn Meester en mijn alles. Amen

Elisabeth Elliot (1926-2015) was zendelinge, schrijfster en een van de invloedrijkste Christelijke vrouwen uit de 20e eeuw.

 

Het was een winterse nacht. Het was nog niet eerder zo koud geweest en de temperatuur was tot diep onder nul gedaald. Maar de belangen van de tsaar moesten beschermd worden en een Russische soldaat moest zelfs op zo’n ellendige nacht in het bos patrouilleren. Armoedig gekleed als hij was liep de man rillend en verkleumd van de ene boom naar de andere.

Toen kwam er toevallig een arme boer langs op weg naar huis. “Wie is daar?” schreeuwde de soldaat en toen de boer vertelde wie hij was en dat hij naar huis ging kreeg hij toestemming om verder te gaan. Maar de boer had medelijden met de schildwacht. “Je hebt het koud en moet de hele nacht nog patrouilleren,” zei hij vriendelijk. “Ik ben bijna thuis. Hier, draag mijn jas vannacht maar. Je kunt hem morgenochtend teruggeven.”

Dat klonk goed en de soldaat nam de aangeboden jas maar wat graag aan. Maar zelfs deze kon de kou niet aan en toen zijn kameraden hem de volgende morgen kwamen aflossen was de ongelukkige schildwacht doodgevroren en werd hij met jas en al begraven.

Toch zag de boer zijn jas terug.

Vele jaren later, toen de boer op sterven lag, droomde hij dat Jezus voor zijn bed stond. Tot zijn verbazing zag hij dat Jezus zijn winterjas aanhad. “U draagt mijn jas, Heer,” zei de stervende boer. “W-wat moet U met mijn jas?”

“Ja, dit is inderdaad de jas die je mij die vreselijke nacht hebt geleend toen ik het zo koud had en jij voorbijkwam,” antwoordde Jezus.

“Maar Heer,” wierp de boer tegen, “dat was U niet. Dat was een arme verkleumde schildwacht.”

“Nee, hoor,” antwoordde Jezus hem in de droom. “Voor zover jij het gedaan hebt aan een van de minsten van deze broeders van Mij, heb jij het aan Mij gedaan. Ik had het koud en jij hebt geprobeerd Mij warmte te geven.”

Deze week nieuw op de site
Help, ik krijg de verkeerde antwoorden op mijn gebeden. Wat is er aan de hand?
Lees hier verder

Als de koster aan het touw van de kerkklokken trekt klinkt het oorverdovende gedreun van de klok, maar al snel hoeft hij niets meer te doen, want als de klepel eenmaal in beweging is, blijft de klok nog lange tijd vanzelf naluiden. Zo trekt onze vijand graag aan de bel van een probleem in ons leven en kan hij ons behoorlijk dwarszitten.
Lees meer

Ben je moe en afgedraaid? Kom tot mij. Zonder je af met mij en kom weer tot leven. Ik laat je zien hoe je echt tot rust kunt komen. Wandel met mij en werk met mij; kijk hoe ik het doe.
Lees meer

Spreuk van de week
Het loont om de Heer te dienen; maar dien de Heer niet omdat het loont, want als je de Heer dient omdat het loont, loont het niet meer.
Robert G. Le Tourneau

 Wat God je ook te doen geeft, doe het zo goed mogelijk. Dat is de best mogelijke voorbereiding op wat Hij misschien wil dat je daarna doet.
George MacDonald

 De uitrusting voor het innerlijke gebedsleven is eenvoudig. Die bestaat uit een stille plaats, een stil uur en een stil hart.
Onbekend

 Om over na te denken

Diezelfde dag nog
Genesis 23:17

Onmiddellijke gehoorzaamheid is de enige juiste vorm van gehoorzaamheid die er is; uitgestelde gehoorzaamheid is eigenlijk niet meer dan verkapte ongehoorzaamheid. Iedere keer wanneer God ons roept om een plicht te vervullen, biedt Hij ons als het ware een verbond aan: als jullie doen wat Ik van je vraag zal Ik Mijn verbond houden en je leven zalven met een bijzondere zegening.

Zo gehoorzaamde Abraham God. Er staat geschreven dat hij nog op dezelfde dag deed wat God van hem gevraagd had. Hoe vaak stellen wij niet iets uit waarvan we in ons hart weten dat het eigenlijk gedaan moet worden? Vaak doen we het later nog wel en zo goed mogelijk. Dat is altijd beter dan het helemaal niet te doen, Maar toch is je dienst aan God dan op zijn hoogst een kreupele, halfslachtige vorm van plichtsbetrachting en een uitgestelde plicht kan nooit meer de volle zegen brengen die God voor ons in gedachten had. “Op dezelfde dag” is de Genesis-manier om te zeggen: “Doe het nu.” Martin Luther zei eens dat een ware gelovige de vraag ‘Waarom dan?’ zo snel mogelijk zal proberen uit te bannen. Hij zal gehoorzamen zonder vragen te stellen. Hij zei: “Ik wil niet zo’n mens zijn die alleen maar wil geloven als ik voldoende tekenen en wonderen heb gezien. Heer, helpt U mij om te gehoorzamen zonder U te bestoken met al die twijfelende vragen.”
Uit: Messages from the Morning Watch

 

***

 

 

 Voorts, broeders, wordt volmaakt, zijt getroost…
2 Corinthiërs 13:11

 Volmaakt en getroost? Zijn die woorden niet enorm tegenstrijdig? De opmerking van Paulus dat wij volmaakt moeten zijn, vervult ons wellicht met wanhoop. Hoe kunnen wij nu volmaakt zijn? Wij kunnen onszelf niet eens op het juiste pad houden, laat staan dat wij Gods ideaal kunnen vervullen. Maar dan staat er direct na dat woord: zijt getroost. Dat is iets heel anders. Daar wordt ons verteld dat we niet bang of bezorgd hoeven te zijn. Terwijl we niet zijn wie we moeten zijn, kunnen we toch dankbaar zijn en mogen we ons in onze onvolmaakte staat getroost voelen.  Hoe kunnen we deze twee uitspraken met elkaar verzoenen?

Dat kan door de Redder. Jezus brengt de twee samen. Hij staat in ons midden, en met de rechterhand van Zijn gerechtigheid wijst Hij ons omhoog, en zegt: “Wees volmaakt.” Er is geen vrede met God zonder volmaaktheid. Maar met de linkerhand van Zijn liefde omsluit Hij ons, en zegt: “Ziel, wees maar getroost, want alles is goed. Ik ben gekomen om het werk in jou te vervullen.”
Mark Guy Pearse

Uit het archief van Spurgeon
Ieder mens heeft te maken met zijn eigen zondige natuur en verzet zich daarom telkens weer tegen het eenvoudige vertrouwen op Christus. Als iemand uiteindelijk toegeeft aan de goddelijke methode van genade, is dat altijd ook een directe overgave van zijn eigen wil. Het is het einde van de rebellie en de eerste stap naar ware, hemelse vrede. Geloof is gehoorzaamheid. Geloof is het bewijs dat de oorlog is beëindigd door onvoorwaardelijke overgave. Overgave is voor de menselijke trots haast een onmogelijkheid en daar komt dan ook veel van onze strijd op aarde vandaan. Maar overgave en ware ingetogen nederigheid leren is van onschatbare waarde. Denk er eens over na; in de hemel is tenslotte geen plaats voor een andere wil dan die van God. In de hemel is iedereen bezig Hem te dienen en zich in Hem te verlustigen. Dus als wij hier op aarde niet leren wat gehoorzaamheid en overgave aan God eigenlijk betekenen, hoe zouden wij in de hemel dan gelukkig kunnen zijn, want daar zullen we omringd worden door mensen en engelen die alleen maar gehoorzaam zijn.

Uw wil geschiede, gelijk in den hemel alzo ook op de aarde
Mattheüs 6:10

Uit de schatkist van het verleden
Een zendingsgenootschap schreef eens een brief aan David Livingstone toen deze al enige jaren in Afrika was geweest. In de brief stond onder meer: “Mijnheer Livingstone, laat ons alstublieft weten of u al een behoorlijke zendingspost hebt kunnen opzetten met een goed begaanbare weg door de jungle, want in dat geval willen we graag nog wat zendelingen naar u toesturen.”

David Livingstone schreef terug: “Beste mensen, als jullie alleen maar iemand willen sturen als er een behoorlijke zendingspost is opgezet met een goed begaanbare weg door de jungle kan die persoon beter thuisblijven. Zulke medewerkers wil ik niet. Ik wil alleen mensen die graag willen komen als er geen enkele weg is, geen zendingspost, en als alles donker en duister is.”

Schepping
Een getuigenis van een lijkschouwer:

In God geloofde ik niet en ik was ervan overtuigd dat alles toevallig en zonder doel of reden tot stand was gekomen. Toen ik met mijn werk als lijkschouwer begon had ik dan ook geen respect voor het menselijk lichaam. Een lichaam was tenslotte niets anders dan het resultaat van een ongestuurd, evolutionair proces. Daar op de tafel lag gewoon een dode man of dode vrouw die onderzocht moest worden. Maar dat veranderde snel, want terwijl ik in de anatomische kamer aan het werk was, groeide mijn verwondering elke dag. Zo werkte ik op een dag aan een hand, en bestudeerde de perfecte mechanische ordening van de spieren en pezen. Ik zag hoe de omhulsels van bepaalde spieren gespleten waren zodat de pezen van andere spieren er precies door konden waardoor de hand fijngevoelig, klein en toch heel krachtig kon zijn. Het was die dag net alsof iemand het licht voor me aandeed. Ik aanschouwde een wonder van perfectie en stond er met open mond naar te kijken. Die dag werd ik overweldigd door een diepe overtuiging dat zoiets moois en bijzonders niet zomaar toevallig tot stand kon zijn gekomen, maar een onderdeel moest zijn van een plan; een plan zo groot, dat alleen God het had kunnen bedenken. Religie was voor mij een kwestie van vorm geweest, een fabeltje dat sommige mensen wat steun kon geven, maar opeens was alles anders en ging er een nieuwe wereld voor me open. Alles om mij heen werd een bewijs van God – de pezen van de hand, het menselijk hart, de werking van de longen… allemaal zijn ze een onderdeel van Gods wonderbaarlijke ontwerp.

Dat is grappig
Er was eens varkensboer die weigerde iets met de kerk te maken te hebben. “Christenen zijn allemaal huichelaars,” aldus de boer, “De kerk zit er vol mee. Dat geloof van broeder Klaas stelt niets voor, om nog maar niet te spreken over het gedrag van zuster Aagje. Huichelaars zijn het, en daar hoor ik gelukkig niet bij.”

Op zekere dag kwam de dominee van de kerk langs om een varken van hem te kopen. Nadat hij de hele varkensstapel van de boer goed had bekeken, wees de voorganger op een mager, ziekelijk, lelijk varkentje en zei toen: “Dat wil ik wel hebben.”

De boer protesteerde heftig: “Onzin, dominee. Dat beest wilt u niet. Dat gedrocht is het smerigste onderkruipsel dat ik ooit heb gezien.” Hij wees resoluut naar een paar stevige varkens en zei: “Kijk, hier zijn een paar veel mooiere varkens.”

Maar de dominee wilde per se het ziekelijke varkentje hebben.

Nadat de aankoop voltooid was, zei de dominee: “Nu ga ik dit varken door het hele land slepen en iedereen vertellen dat dit het soort varken is dat jij fokt!”

“Hé, dominee, dat is niet eerlijk,” protesteerde de boer heftig. “Ik fok prima varkens. Dat kunt u zelf ook wel zien. Een enkel onderdeurtje verpest toch zeker mijn hele handeltje niet?”

“Daar heb je wel gelijk in,” antwoordde de dominee, “maar ik volg slechts je voorbeeld.”

De boer krabde zich achter zijn oor. “Hoezo dan? Ik begrijp het niet.”

“Jij veroordeelt het hele christendom, het geloof en de kerk enkel omdat je een paar mensen hebt gezien met een gebrekkige spiritualiteit. Er zijn in de kerk altijd wel een paar geestelijke onderdeurtjes te vinden, maar kijk liever eens naar de hele veestapel met al die gezonde varkentjes en schapen.”

De boer knikte beschaamd zijn hoofd. De preek raakte zijn hart.

Laat een bericht achter:

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier