Engelen in de garage

Door Pamela Jones, Toronto, Canada

De snelweg in Ontario was spiegelglad. Er lag een laag ijs over de weg en het was gevaarlijk rijden. We hadden onze waarschuwingslichten aangezet, maar waren er niet gerust op.
“En we hadden nog zo gedacht dat de snelweg de veiligste weg zou zijn,” sprak mijn man met een zucht. Maar ik bedacht dat de binnenweggetjes zonder twijfel nog gevaarlijker waren. Het was een schrale troost.
We hadden onze dochter bezocht en waren weer op weg naar huis. Gelukkig waren we bijna thuis.
Maar opeens hoorden we een vreselijk, schrapend geluid. Wat was dat? We keken elkaar verschrikt aan.

We namen gas terug en keken naar een geschikte plaats om te stoppen. Daar lag een wegrestaurant. Dat was een goede plaats om te kijken wat er gebeurd was. Toen we uitstapten was het direct duidelijk wat er gebeurd was. Een stuk van de achterbumper was afgebroken en schraapte nu over het wegdek. Zo konden we onmogelijk verder gaan. Wat moesten we nu?

“Laten we eerst maar een kop koffie drinken,” zei mijn man. “Dan kunnen we er eens rustig over nadenken.”

Toen we met een dampende kop aan het raam zaten zag ik een kleine garage aan de andere kant van de weg. Daar moesten we dan maar naar toe en nadat we de koffie op hadden reden we met de schrapende bumper naar de garage. Er stond een dame met bruine krulletjes bij de deur die ons hartelijk begroette. “Jullie komen zeker voor de bumper nietwaar?” zei ze met een warme glimlach.
“Ja…dat klopt,” zei mijn man verheugd. Het was druk in de garage en we waren verbaasd dat de vrouw de tijd nam om ons zo uitgebreid te ontvangen. “Gaat u maar even zitten,” zei ze vriendelijk, terwijl ze naar een bank wees. “Het is erg druk vandaag en alle monteurs zijn druk, maar ik zal eens kijken wat we kunnen doen.”

Ze praatte even aan de telefoon en kwam weer op ons toegelopen.
“Ja, wij hebben opeens een plaatsje kunnen vinden. Mijn zoon, Jeremy, zal jullie helpen.”
En inderdaad stond Jeremy een paar minuten later met een grote grijns voor ons en nam de autosleuteltjes van ons over. Een half uur later kwam hij weer terug.
“Kind kan de was doen,” zei hij eenvoudig. “Jullie kunnen weer rijden, maar de auto heeft wel een goede beurt nodig, dus je moet een afspraak maken met jullie garage als je thuis gekomen bent.”
We waren verbaasd toen we zagen hoe goedkoop de reparatie bleek te zijn en nadat we de dame en haar zoon Jeremy hartelijk bedankt hadden, stapten we opgelucht weer in de auto.
“Nou, dat had heel wat erger kunnen zijn,” zei mijn man blij toen we wegreden.

***

Een paar maanden later besloten we onze dochter weer te bezoeken, maar we wilden ook graag nog even stoppen bij de garage om de mensen daar nog eens hartelijk te bedanken. Het was er net zo druk als de andere keer, maar de dame die ons had begroet was nergens te bespeuren en ook Jeremy zagen we niet. Ik stapte op de receptioniste af en vroeg naar Jeremy.
“Jeremy?” zei de vrouw verbaasd. “Jeremy wie?”
“Nou gewoon,” antwoordde ik aarzelend. “Die monteur van jullie. Jeremy. En zijn moeder was receptioniste. Bruine krullen en een grote glimlach.”
De vrouw keek me een beetje verstoord aan en zei: “Er werkt hier geen Jeremy. Nooit een Jeremy gehad, en zelf ben ik al jaren de receptioniste hier, dus jullie zitten gewoon in de verkeerde garage.” Toen ging ze door met haar werk en keek ons niet eens meer aan. Mijn man en en ik keken elkaar verbaasd aan. Wij waren echt in dezelfde garage. Daar was geen twijfel over mogelijk, maar waar was Jeremy dan? En zijn moeder? We konden er geen antwoord op geven.

Hoe een engel er uitziet? Ik zou het niet met zekerheid durven zeggen, maar mijn man en ik zijn er van overtuigd dat we er die dag met onze schrapende bumper twee gezien hebben.

Laat een bericht achter:

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier