De prijs volledig betaald

(Naar een artikel van C. H. Spurgeon)

 Sta het mij toe je een prachtig beeld te schetsen en zo je verbeelding te inspireren, zodat je gesterkt mag worden in je geloof. Laat mij je meevoeren naar Golgotha en naar wat er daar na afloop gebeurde.

De kruisiging is voorbij. Christus heeft de prijs betaald, de volledige prijs die nodig was om ons als mensen weer volledig te verzoenen met de Vader. Wat een prijs was dat. Maar was het genoeg? De engelen pakten de losprijs op en brachten die naar de troon van de Vader zodat die ernaar kon kijken. En de Vader keek ernaar en werd vervuld van blijdschap.

Maar omdat dit een uitermate plechtige en belangrijke zaak was, mocht er niet te snel gehandeld worden en moesten alle hemelse wezens er goed naar kijken om te zien of alles gegaan was zoals het moest en er geen enkele ruimte meer was voor het duister om toch nog roet in het eten te gooien. En dus werd dat hemelse onderzoek niet overhaast. Dat duurde drie dagen.

De engelen keken ernaar in diepe bewondering. De rechtschapen inwoners van de hemel kwamen en bekeken en onderzochten het offer en waren verrukt. Het was volmaakt. Zelfs de duivels, gevangen in de duistere kerkers van de hel konden de kracht en de schoonheid van het offer niet ontkennen en beten woedend in hun ijzeren kettingen of zwegen nors, omdat zij geen woord konden uitbrengen tegen het offer van Christus.

En zo gingen die drie dagen voorbij en werd de verzoening volledig aanvaard. Toen kwam er een engel uit de hemel, snel als een bliksemflits. Die kwam helemaal uit de allerhoogste sferen van de gezegenden en daalde af naar onze donkere aarde.

Daar kwam hij neer in het gevangenhuis waar het lichaam van de Verlosser sliep; want, let wel, Zijn lichaam was in de gevangenis gehouden totdat God Zijn verzoening volledig had bekrachtigd en aanvaard. Daar lag hij dan, als gijzelaar voor Zijn volk. De engel kwam, en sprak tot de bewaarder van de gevangenis, een duister heerschap met de naam Grimmige Dood. “Wat kom je doen?” vroeg de Grimmige Dood boos.

Het antwoord van de engel sneed de hel door het lijf. “Laat die gevangene vrij.”

De Dood zat op zijn troon van schedels, met een grote ijzeren sleutel aan zijn gordel en lachte vals: “Nee dat doe ik niet. Duizenden en duizenden van het ras van Adam zijn de poorten van dit gevangenhuis reeds gepasseerd, maar geen van hen is ooit bevrijd. Die sleutel is eens door het lot omgedraaid en geen sterfelijke macht kan die ooit weer terugdraaien. De grendels blijven gesloten.”

Maar daar had de engel geen boodschap aan en hij oonde de Dood het bevel van de hemel. De Dood werd bleek en zijn kracht vloeide weg. De engel rukte de ijzeren sleutel weg van de riem aan zijn buik, opende de gevangenisdeur en stapte naar binnen. Daar sliep de Koninklijke gevangene, de goddelijke gijzelaar. En de engel riep: “Sta op, O Zoon van God! Trek uw doodskledij uit. Schud het stof van U af en trek Uw mooie kleren aan.”

En zo gebeurde het. De meester stond op en ontdeed zichzelf van Zijn grafkleren en vouwde ze netjes op om te tonen dat Hij geen haast had, en dat alles legaal en dus ordelijk gebeurde. Hij brak zijn gevangenismuren niet gewelddadig kapot, maar kwam statig en rustig naar buiten. Zo werd de Meester in vrijheid gesteld door de officier van de hemel en kreeg de Rechtvaardige zijn vrijheid terug. Jezus was God in alles trouw gebleven en de prijs was betaald.

O, Gij Lam Gods! Ik zie U opstaan uit Uw graf in een onuitsprekelijke pracht, die de ogen van de wachters verblindt en hen doet vluchten van schrik. En als ik U zie opstaan uit de dood, zie ik mijzelf en al Uw kinderen als volledig verlost.

Download PDF

Laat een bericht achter:

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier