Onrust onder het gereedschap
Wij zijn Gods medewerkers en u bent Gods akker. -1 Corinthiërs 3:9
Op een mooie ochtend, lang voordat de Timmerman in Zijn werkplaats zou verschijnen, kregen de gereedschappen van de Timmerman het idee dat ze een vergadering moesten beleggen over de problemen die tijdens het werk aan de oppervlakte kwamen. Het eerste werktuig dat voor de raad werd geroepen was broeder Hamer. Er werd hem verteld dat hij maar beter op kon stappen, want hij maakte veel te veel lawaai tijdens zijn werk.
“Maar,” zei hij, “als ik ontslagen word, moet broeder Fretboor ook weg. Hij is zo onbeduidend dat hij echt heel weinig indruk maakt.”
De kleine broeder Fretboor stond direct op en zei: “Dat is goed, maar dan kan broeder Schroef ook niet blijven. Hem moet je steeds maar omdraaien, omdraaien en nog eens omdraaien om hem op zijn plaats te krijgen. Zoveel moeite en waarvoor eigenlijk?”
Broeder Schroef antwoordde geïrriteerd: “Als je dat zo graag wilt, zal ik gaan. Maar dan moet broeder Schaaf ook weg. Zijn werk is enorm oppervlakkig, er zit geen diepte in!” Broeder Schaaf schudde ontmoedigd zijn hoofd en sprak toen zacht: “In dat geval sta ik er op dat ook broeder Duimstok zich terugtrekt want hij meet de anderen altijd op alsof hij de enige is die het bij het rechte eind heeft!”
Broeder Duimstok deed toen zijn beklag over broeder Schuurpapier en zei: “Ik kan hem niet luchten of zien, hij is veel ruwer dan hij behoort te zijn en hij irriteert iedereen voortdurend met zijn aanwezigheid!” En zo ging het maar door.
En toen, middenin dit dispuut, kwam de Timmerman van Nazareth de werkplaats binnen; veel vroeger dan ze hadden verwacht. Hij was gekomen om met zijn dagelijkse werkzaamheden te beginnen. Hij deed eerst Zijn voorschoot voor en ging toen naar Zijn werkbank om met het vervaardigen van een spreekgestoelte te beginnen. Daarbij gebruikte Hij de schroef, de fretboor, het schuurpapier, de zaag, de hamer, de duimstok en alle andere werktuigen. Toen het werk van die dag gedaan was en de spreekstoel klaar, stond broeder Zaag op en zei beschaamd: “Broeders, waar hadden we het vanmorgen nu eigenlijk over? Ik zie nu in dat we allemaal medewerkers zijn van God!”
En daar waren al die gereedschappen het roerend mee eens.
Zijn er misschien mensen in jouw kennissenkring die hun plichten niet vervullen zoals jij denkt dat ze dat behoren te doen? Misschien doe je er goed aan even na te denken voordat je kritiek levert of gebreken ziet aan Gods instrumenten in Zijn dienst, die hun best doen Gods Koninkrijk hier op aarde uit te breiden. Als jij een egoïstisch oordeel uitspreekt over Gods noodzakelijke gereedschap en dat stuk gereedschap van zijn plaats verwijderd wordt, wie is dan de oorzaak van de vertraging in Gods werk?
