Je verliest niet door te geven
Onbaatzuchtig, opofferend en edelmoedig. Of wat te denken van belangeloos en nobel. Dat soort karaktereigenschappen kom je in het dagelijks leven niet altijd tegen. Dat zou eigenlijk wel moeten, want het zijn eigenschappen die God ons graag wil geven. Maar dan moeten we eerst leren wat Jezus bedoelde toen Hij zei: “Geven is beter dan ontvangen” (Handelingen 20:35) en daar gaat de Oppepper deze week over.
***
Toen Ludwig von Beethoven al beroemd was geworden dwaalde hij eens door de straten van Wenen. Opeens hoorde hij pianospel vanuit een huiskamer. Iemand was een van zijn composities aan het oefenen. Beethoven luisterde aandachtig en hoorde toen de stem van een jonge vrouw die zich zuchtend en teleurgesteld afvroeg of ze dit muziekstuk ooit zou horen zoals het bedoeld was. Ludwig had nog heel wat te doen en kon zich eigenlijk niet veroorloven om ergens anders tijd voor te nemen, maar toch voelde hij dat hem maar één ding te doen stond. Hij klopte op de deur van het eenvoudige huisje. Toen de vrouw opendeed zag Ludwig met een schok dat de jonge vrouw blind was.
“Zal ik het stuk eens voor u spelen,” zei Ludwig beleefd. En spelen deed hij. Eerst speelde hij het stuk dat de vrouw zelf had geprobeerd te spelen, maar toen begon hij te improviseren. De schemer zette in, het werd donker en zelfs de kaars op tafel brandde op. Alleen het maanlicht scheen nog door het raam en zette de piano in een hemels licht. Verrukt van het schouwspel en de liefde van de blinde vrouw voor zijn muziek schreef Ludwig von Beethoven een van zijn mooiste muziekstukken. Die avond schreef hij de “Mondscheinsonate”.
Eigenlijk is het onmogelijk om iets aan God te offeren
Belangeloosheid is niet gemakkelijk en daar hoort geven ook bij. We laten onze liefde voor anderen graag zien door bijvoorbeeld iets moois voor hen te kopen en dat wordt meestal erg op prijs gesteld. Maar als wij iets van onszelf geven; onze tijd, ons hart, of bijvoorbeeld onze onvoorwaardelijke aandacht, geven we zelfs nog meer.
Dat spreekt luider en gaat heel wat dieper. Eigenlijk kost dat ook veel meer dan een paar muntjes uit onze geldkist.
Maar of het nu om materiële of om geestelijke dingen gaat, het kost iets om te geven. Als je echt wilt helpen en echt wilt geven dan kost het je altijd iets. Maar soms kun je daar weleens moe van worden. Is het dat wel waard? Heeft het wel zin om zoveel aan anderen te denken en van jezelf aan hen te geven? Je moet jezelf toch een beetje beschermen? Mensen lopen tenslotte al snel over je heen en daar word je beslist niet beter van. Straks zit jij nog met de gebakken peren. Dat lijkt misschien wel zo en het klinkt verstandig, maar toch… Word je er echt minder van als je geeft? Als je van jezelf geeft zonder er iets voor terug te willen krijgen? Is het waar dat je maar beter goed op je tellen kunt passen voordat je aan anderen moet gaan denken? Jezus denkt van niet. Volgens Hem werkt het juist andersom. Als je geeft verlies je nooit. Als je geeft ben je aan het investeren. Je bent niet aan het offeren want op de lange duur krijg je veel meer terug dan je eigenlijk gegeven hebt. Dat is een wet van de Geest. Wie niet veel geeft, zal ook niet veel ontvangen. Een boer die weinig zaait zal maar weinig oogsten, maar wie veel zaait zal ook veel oogsten. (2 Cor. 9:6) Kijk eens naar het leven van de bekende zendeling David Livingstone. Die leefde diep weggestopt in de donkere jungles van Afrika, zonder geld en ver weg van alle comfort van het rijke Engeland. Toen hem gevraagd werd hoe het mogelijk was dat hij zo’n groot offer had kunnen brengen zei hij: “Een offer? Een offer? Ik heb nog nooit een offer gebracht!” Hoe was dat nou mogelijk? Die man had werkelijk alles gegeven voor het welzijn van anderen.
Maar toch vond Livingstone zelf dat hij veel meer ontvangen had dan hij ooit gegeven had. In zijn geval was het misschien niet materieel, maar hij voelde zich een rijk en gelukkig mens die duizenden mensen geholpen had en hij kon uitkijken naar een eeuwig en hemels leven na zijn dood. Niemand die geeft zal verliezen. Waar investeer jij dus in? Investeer je alleen in jezelf en houd je het stuur stevig in eigen handen of investeer je in het Koninkrijk van God, door Hem te volgen en te vertrouwen. Dan wacht je een eeuwige oogst die zelfs nu al je verwachtingen ver te boven zal gaan, en die doorgaat tot diep in de eeuwigheid.
