De uitweg

Een man zei tegen John Wesley: “Een heleboel bijbelpassages snap ik niet. Neem nou die drie-eenheid? Dat begrijp ik niet. En zo zijn er nog veel dingen waar ik geen touw aan vast kan knopen! Legt u mij dat nou maar eens haarfijn uit!” John Wesley antwoordde: “Brengt u mij eerst maar eens een regenworm die de mens kan begrijpen. Dan zal ik u de mens tonen die God volledig kan doorgronden.”

***

Twijfel, angst, onzekerheid? Het nieuws in de wereld stelt ons geloof op de proef. Hoe vaak hoor je het niet? “Als er een God is, waarom staat Hij al dat onrecht dan toe?” En soms vragen we het ons zelf ook af als wij samen met David uit de Psalmen naar God uitroepen: “God, waar bent U…waarom antwoordt U mij niet?” Er zijn goede, aanvaardbare theologische verklaringen voor deze vragen, maar toch zullen ze geen rust en vrede brengen als wij het licht niet eerst in ons eigen hart laten schijnen.

Niets stelt ons geloof zo op de proef als onze eigen menselijke natuur en geest. Onze geest, die aan de ene kant zo intens verlangt naar de liefdevolle armen van God en die aan de andere kant voortdurend probeert om God te beteugelen en te beknotten. Ons menselijk hart dat niets liever wil dan het aanbidden van de grootsheid van de Schepper, maar ook probeert om God in een eigen gemaakt doosje te stoppen en Hem zo te controleren en manipuleren.

Dan hebben we een God die geschapen is naar ons beeld, terwijl de waarheid juist andersom is. De mens, geschapen naar het beeld van God. Paulus sloeg de spijker op de kop toen hij schreef: “Mijn doen en laten zijn voor mijzelf een raadsel. Want ik doe niet wat ik graag wil. Nee, ik doe juist dingen waar ik een afschuwelijke hekel aan heb. In mijn diepste wezen wil ik heel graag doen wat Gods wet van mij vraagt. Maar ik zie dat mijn doen en laten daarmee volledig in tegenspraak is. Wat ben ik er ellendig aan toe! Wie zal mij verlossen uit deze vreselijke macht van de dood? Ik dank God dat er een uitweg is door Jezus Christus, onze Here!” (Romeinen 7)

Zo eindigt Paulus met de ware woorden van hoop. God waakt over ons en Hij, die onze intelligentie en geest zelf geschapen heeft, wordt nooit afgeschrikt door onze twijfels, angsten en vragen. Zijn liefde keert zich niet van ons af wanneer we Hem ter verantwoording roepen, voor de dingen die wij nog niet begrijpen. Hij houdt ons stevig vast, waakt over ons en spreidt Zijn vleugelen voortdurend over ons uit totdat wij ons, moe van onze eigen strijd, voor Hem neerbuigen en ons volledig aan Hem overgeven.

“Heer, hier sta ik. Een gebroken mens. Helpt U mij om weer thuis te komen.”

Download PDF

Laat een bericht achter:

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier