De rust van God

Gods rust is die vrede die je ervaart als je je eigen werken achterlaat en door de deur in het hart van Jezus binnenstapt. Daar zit je dan heel stil aan Zijn voeten en kijk je in Zijn liefhebbende ogen. Gods rust is de rust die binnenstroomt als je Hem Zijn genezende geest over je laat uitstorten. Als je Zijn hand vastpakt of als je je gezicht tegen de zoom van Zijn kleed drukt. De rust van God is verkwikkend en fris. Verkoelend, en toch altijd warm.

In Zijn aanwezigheid is geen ruimte meer voor jouw koortsachtige, drukke gedoe. Stress wordt weggenomen, angst verdwijnt door de achterdeur en de zorgen smelten als sneeuw voor de zon. Want alleen in die rust kun je Gods stem horen en realiseer je je opeens dat wat God zei ook echt waar is.

Opeens zie je ook dat je zelf eigenlijk helemaal zo’n machtig mens niet bent als je wel dacht. In het heetst van de aardse strijd probeerde je om bergen te verzetten want je dacht dat het Koninkrijk zonder jouw hulp toch zeker onherstelbare schade zou lijden. Maar omdat je tot rust bent gekomen snap je opeens dat dat een misvatting is.

Opeens hoor je de stem van God die zegt: “Mijn kind… Zonder Mij kun je niets beginnen.”

Eerst stond je nog als een machtige krijger voor de troon van God, overladen met verantwoordelijkheden en zorgen. Je rug deed er pijn van en je hoofd bonkte. Maar dan neemt Jezus je mee. “Kom met me mee, Mijn kind,” zegt Hij liefdevol, en Hij reikt je de hand. Samen met Hem loop je naar de deur, die langzaam opengaat. Het licht van Gods rust begint te stralen en Jezus vraagt of je niet binnen wilt komen.

Dat wil je wel, maar eerst moet je het een en ander bij de poortwachter achterlaten. Je zorgen mogen niet mee.

Je angsten ook niet. Vreemd genoeg is dat helemaal nog niet zo makkelijk. Je wilt zo graag zelf dragen. Je wilt zo graag bewijzen, vooral aan jezelf, dat je sterk bent en dat je het waard bent bij God te zijn. Zonder die lasten voel je je haast naakt en onverantwoordelijk.

Maar zolang je ze vasthoudt kun je de ware rust van God niet binnengaan. En vergis je niet, de rust die de wereld schenkt is in geen enkel opzicht te vergelijken met de rust van God. De rust van God heeft niets te maken met onze eigen werken, maar heeft alles te maken met de liefde van een Vader voor Zijn kinderen.

Jezus zelf zei dat wij als kinderen moeten zijn om het Koninkrijk binnen te mogen gaan. Kinderen zijn afhankelijk.

Die kunnen in principe niets en weten ook nauwelijks iets. Huilend geven ze hun gebroken speelgoed aan de vader die weet hoe het gemaakt moet worden. Daarom moeten we onszelf dwingen om even te stoppen. Wij moeten tijd vrijmaken voor de tempel van God.

Als je te gejaagd bent en te vol van je eigen zorgen en plannen loop je de deur naar Zijn rust zomaar voorbij. Dan denk je misschien wel dat je de juiste deuren door gaat, maar dat blijken deuren te zijn die naar woeste en onherbergzame vlakten leiden. Deuren die niets met ware rust te maken hebben.

Makkelijk is het inderdaad niet, maar het is meer dan de moeite waard. Daarom zei Paulus:  “Er wacht het volk van God dus nog altijd een zuivere, volkomen rust. Wie door geloof die rust ervaart, rust uit van zijn eigen werk, net als God. Laten wij ons best doen deel te krijgen aan die rust.” (Hebreeën 4:9-11)

Download PDF

Laat een bericht achter:

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier