Maandag 3 oktober 2022

Een evangelist preekte eens in het park en sprak over de bescherming die God biedt aan al Zijn kinderen. Hij haalde Psalm 91 aan waarin staat: “Die in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten, die zal vernachten in de schaduw des Almachtigen. Hij zal u dekken met Zijn vlerken, en onder Zijn vleugelen zult gij betrouwen.”

Die uitspraken waren tegen het zere been van een ongelovige man die stond te luisteren. Hij ontstak in blinde woede en schreeuwde dat de evangelist zijn mond moest houden in plaats van zulke onbenullige beeldspraak te gebruiken met die zogenaamde vleugels van een onzichtbare God en Zijn schaduw. “Zulke praatjes zijn misleidend, niet wetenschappelijk, en zette onze kinderen op het verkeerde been,” brieste hij.

De evangelist hoorde hem rustig aan en antwoordde toen: “We hebben allemaal een rots nodig die een beschermende schaduw over ons werpt, waarin we ons kunnen verbergen tegen het kwaad van deze onzekere wereld. Voor sommige mensen is dat bijvoorbeeld de schaduw van hun macht, hun geld of hun bezit. Voor een Christen is dat de schaduw van Gods aanwezigheid.” Hij wachtte even en vroeg toen: “En u? Onder welke schaduw zoekt u uw bescherming?”

“Welke schaduw?” bulderde de man met hese stem. “Mijn eigen schaduw natuurlijk.”

“Ik had al zo’n idee,” sprak de evangelist zacht.

“Hoe diep we ons ook buigen, en wat voor sprongen we ook maken, onze eigen schaduw zal altijd onder ons blijven en we kunnen er nooit veilig zijn.”

Let op, er zal een rechtvaardige Koning komen. Leiders zullen rechtvaardig heersen. Die Koning zal zijn land beschermen, zoals een schuilplaats bescherming geeft tegen de storm en de stortregen. Hij zal zijn als water in een droge streek en als de schaduw van een grote rots in een woestijn. Dan zullen de mensen weer geestelijk kunnen zien en horen.
Jesaja 32:1-3

De moeite waard deze week:
Old Humphrey leert een belangrijke les op het station en geeft ons goede raad. Lees het verhaal hier.

Het komt geregeld voor dat wij vol enthousiasme beginnen aan een klusje voor God met het heilige vuur dat in ons hart brandt. De sneltrein van God zet zich in beweging, maar dan opeens duikt de wisselwachter op die ons op een hele andere koers zet, op een weg waarvan hij beweert dat die veel beter is. Lees hier over de wisselwachter.

En verder

Hoe ver ging hun toewijding?

Spreuk van de week
Als ik een zoon van God ben, zal niets anders dan God mijn ziel kunnen bevredigen; geen enkele hoeveelheid genot, geen enkele hoeveelheid gemak, geen enkele hoeveelheid plezier zal mij die echte vrede of rust kunnen geven.  Als men mij een overvolle beker van alle geneugten van de wereld gaf en ik die tot op de bodem zou leegdrinken maar ik God niet had, zou ik omkomen van dorst en ellende.
G.A. Studdert Kennedy

 Sommige mensen belijden een zonde wel duizend keer. Ik zeg ze dat ze die één keer moeten belijden en God dan duizend keer moeten danken voor de vergeving.
Maurice Horn

 Om over na te denken
Er zijn mensen in de wereld die best in God willen geloven en geen moeite hebben met de Bijbel. Ze gaan zo nu en dan graag naar de kerk en zeggen van tijd tot tijd hun gebeden. Maar het gaat toch wat ver om te spreken van ‘liefde voor God.’ De wereld, met al haar geneugten betekent eigenlijk meer voor hen.

Maar zolang we minder van God houden dan van de wereld kunnen we onmogelijk ten volle genieten van de diepe rust en troost die Jezus ons beloofd heeft. Sterker nog, ontelbaar duizenden mensen zouden het geluk van de hemel zoeken, als ze dat konden doen zonder af te zien van de geneugten van deze wereld. Ze leven volgens het principe: Eerst deze wereld, dan de hemel. Maar bij God werkt het net andersom. “Eerst het Koninkrijk, dan de rest.”

Moeilijk? Nee, want God vraagt niet van ons om dat zelf te doen. God weet dat sommige dingen ons zwaar vallen, maar als wij Zijn wil echt zoeken, maakt Zijn genade het ons makkelijk om op weg te gaan. De vraag is dus: “Kiezen we ons eigen plan, of het plan van God voor ons leven?” Gehoorzamen we onze eigen wil of vragen we God oprecht naar Zijn plan en leven we vanuit de genade om ons over te geven als kneedbare klei in de handen van de pottenbakker? Jagen we de genoegens na van een wereld die op instorten staat en uiteindelijk voorbij is, of zoeken we naar de geneugten van een wereld die eeuwig duurt…
Uit: Thoughts for the thoughtful 1845

 Uit het archief van Spurgeon
Met Zijn liefde bewijst Jezus dat Hij de man is om je te troosten. Laat Hem daarom binnen in je hart, christen, zodat Hij je kan verwarmen in je tijden van nood. Hij is een trouwe Trooster. Shakespeare vertelt ons (in King Lear) dat een ondankbaar kind “nog scherper is dan de tanden van een slang” en dat geldt ook voor de ontrouwe mens. Een vriend die zich van mij afkeert in mijn nood geeft mij wellicht een nog wranger gevoel dan “de gal van bitterheid”. Zo is het ook met de mens die mij toelacht in de tijden van voorspoed, maar mij de rug toekeert op de donkere dagen van mijn nood. Zoiets valt ons zwaar, maar houdt moed, want wij hebben een Vriend die ons nooit in de steek laat. Gods Geest is niet zo wispelturig. Hij loopt altijd met ons mee, komt altijd voor ons op en houdt ons vast tot het einde der tijd. Hij is een trouwe Trooster.”
Uit: Peace and Purpose in Trial and Suffering

Uit de schatkist van het verleden

Maar Zich omkerende, bestrafte Jezus hen, en zei: Gij weet niet van hoedanigen geest gij zijt.
Lukas 9:55 (Statenvertaling)

Lang geleden klopte er eens een jochie in Rome op de deur van een beroemde schilder die was overleden. De deur werd geopend door een statige dame die het kereltje onderzoekend aankeek. “Ja, wat kan ik voor je doen?”

“Mevrouw, mag ik alstublieft een van de penselen hebben van de grote schilder. Ik word ook schilder en met het penseel van de Meester kan ik ook zo goed zijn.”

De dame knikte, vroeg het jongetje binnen en leidde hem naar de werkruimte van de overleden schilder waar hij aan de schildersezel mocht zitten. Toen hij daar had plaatsgenomen gaf ze hem de penselen, verf en een leeg canvas. Maar tot grote frustratie van de jongen kwam er niets uit zijn hand dat zelfs de muizen ook maar de moeite waard zouden vinden. De dame had het meewarig gadegeslagen en zei toen: “Mijn beste jongen, je kunt het penseel van de Meester wel in je hand hebben, maar je kunt pas schilderen zoals hij als je ook zijn geest hebt.”

Dat is grappig
Het schip was in een vreselijke storm terechtgekomen. De golven sloegen over het dek, het donderde oorverdovend en de bliksem schoot verblindend door de lucht. Nog nooit eerder had de kapitein zoiets meegemaakt en al snel besefte hij dat ze verloren waren. Het schip zou snel zinken. Er moest direct gehandeld worden en dus riep hij zo hard als hij kon boven het geraas van de storm uit: “Kan iemand hier bidden?”

Er was een dominee aan boord en die stapte met een verheugd gezicht naar voren, kennelijk blij dat hij was gevraagd om de situatie te redden met zijn gebeden. Dus sprak hij zalvend: “Ja hoor, Kapitein, ik weet hoe ik moet bidden. Het komt allemaal goed.”

“Gelukkig”, antwoordde de kapitein, “Ga jij dan maar bidden terwijl de rest van ons de reddingsvesten aantrekt. Begrijp me niet verkeerd, maar we komen één reddingsvest tekort.”

Laat een bericht achter:

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier