Wat een wonderlijk boek

Vrij bewerkt naar een getuigenis van Jeff Foxworthy

Twee keer per week geef ik Bijbelstudies in het daklozencentrum.

Het is maar een eenvoudig gebeuren. We lezen wat in de Bijbel, iemand zingt een paar liederen en tenslotte bidden we voor de noden van de aanwezigen die daar behoefte aan hebben.

Waarom Jake die dag in de Bijbelstudie zat was me niet duidelijk. Waarschijnlijk had iemand hem omgekocht met een belofte van een extra kop warme tomatensoep, of een goede matras, want het leek er niet op dat hij door de geest werd gegrepen. Hij keek verveeld in het rond en had een uitstraling alsof hij liever ergens anders was.

Erger nog, het bleek al snel dat hij ook niet van plan was om mee te werken. Toen ik mijn bijbel opensloeg en iets uit de Evangeliën wilde voorlezen, zei hij meteen met een spottend gezicht dat de Bijbel hem niets te vertellen had, en dat zo’n boek niet veel meer waard was dan het papier waar op het gedrukt was.

“Die Bijbel…,” zei hij minachtend, “… belooft ons bergen met goud, maar kijk eens naar onze situatie hier… niets hebben we. En dan beweren jullie Christenen dat dat boek leeft en geschreven is door de Almachtige?”

Ik wist niet direct wat ik moest antwoorden, maar het werd nog erger. Voordat ik goed en wel wist wat er gebeurde stond hij op, griste de Bijbel uit mijn handen en liep ermee naar de vuilnisbak in de hoek van de kamer. “Dit is waar dat boek thuishoort,” zei hij met barse stem, terwijl hij de Bijbel er in liet vallen.

Een ongemakkelijke stilte gleed over het zaaltje en ik moet toegeven dat ik de draad even goed kwijt was. Maar toen stond Tony op.

Tony was een dakloze man, die sinds een paar weken de Bijbelstudie bezocht. Hij zei nooit veel maar knikte altijd instemmend bij alles wat ik zei en tijdens het gebed leek hij altijd erg oprecht. Hij perste zijn ogen dan samen en ik zag hoe zijn lippen bewogen terwijl hij bad voor alles en iedereen waar we het over hadden.

Tony wandelde rustig naar de vuilnisbak, viste de Bijbel er weer uit en keek Jake kalm aan. “Dit boek behoort niet in de vuilbak, maar in het hart van ieder mens,” sprak hij zacht terwijl zijn ogen oplichtten. “Ik zal je vertellen waarom ik dat denk.” En toen gaf hij zijn getuigenis.

“Mijn vader heb ik nooit gekend, maar mijn moeder wel, en zij hield van God. Zij vertelde mij over de noodzaak om te bidden en tijd te nemen voor God. Daar had ik als kind geen boodschap aan. Ik hield niet van God, had niets met de kerk op, en wilde mijn tijd niet met zulke onzin verdoen. Eens, met kerstmis, gaf mijn moeder mij mijn eigen Bijbel. Ze had er een boodschap voor me in geschreven om me er aan te herinneren dat God er altijd is en altijd voor me wil zorgen als ik Hem daarom vraag. Ik glimlachte zuur, nam mijn kerstgeschenk aan en stopte de Bijbel daarna achter in mijn kast om hem zo ver mogelijk bij me vandaan te houden.

Toen werd mijn moeder ziek en ze overleed.

Zonder er verder over na te denken liet ik het hele huis leegruimen door een kringloopwinkel, maar die Bijbel mochten ze niet meenemen, want alhoewel ik niets met God te maken wilde hebben, was die het enige wat mij nog verbond met mijn moeder. Maar ze had me ook nog wat geld nagelaten. Er lag 70.000 Dollar voor mij klaar en dat was goed nieuws. Opeens was ik rijk en het leven was mooi. Je kunt je misschien wel voorstellen wat ik met dat geld deed. Heel even leefde ik in een wereld van feesten, vrouwen en drank. Maar geld lijkt vleugels te hebben. Zo komt het opeens binnenvliegen, maar even zo goed is het weg voordat je het weet. En dat gebeurde bij mij dus ook. Net als in het Bijbelverhaal over de verloren zoon bleken al mijn nieuwe vrienden en vriendinnen geen knip voor hun neus waard toen ik het zelf moeilijk had. Alle deuren gingen voor me dicht. Tenslotte brak er zelfs iemand bij me in en stal letterlijk alles wat ik bezat, inclusief de Bijbel van mijn moeder.

Dat was het moment waarop ik dakloos werd.

Nu leef ik op straat en zo nu en dan word ik door iemand ingehuurd om vuile karweitjes op te knappen. Voor een hongerloon natuurlijk, maar alles is beter dan niets. En zo kwam het, nog niet zo lang geleden, dat ik door iemand werd ingehuurd om bij een verhuizing te helpen. Ik moest een huis leegruimen, zo’n 150 kilometer hier vandaan.

Ik was blij wat geld te kunnen verdienen en werd samen met een paar anderen die ook ingehuurd waren door de man, naar het adres gereden. Het was daar een enorme puinhoop, maar dat maakte mij natuurlijk niet uit en ik begon met het werk.

In een klein zolderkamertje kwam ik een grote hoop oude boeken tegen. Die konden zo in een vuilniszak gekieperd worden en zouden dan worden afgevoerd naar de stort.

Maar één boek trok mijn aandacht.

Achteloos in een hoek gesmeten lag een boek dat warempel op de Bijbel van mijn moeder leek. Ik staarde er naar, haast bang om te kijken of het inderdaad de Bijbel was die zij mij gegeven had…

Maar toen ik het boek aarzelend had opgetild sloeg mijn hart sneller. Het was die Bijbel.

Het eerste wat ik deed was de boodschap te lezen die mijn moeder voor mij geschreven had en de tranen sprongen mij in de ogen. Voor de eerste keer in mijn leven las ik die boodschap met mijn hart en begreep ik wat mijn moeder bedoeld had.”

Tony stopte even en kon zijn tranen haast niet meer inhouden. Toen maakte hij zijn verhaal af terwijl hij met stralende ogen naar Jake keek: “Wil jij me vertellen dat dit boek, het Woord van God en met zo’n wonderlijk verhaal, een boek dat zo’n 150 kilometer verderop weer in mijn leven opduikt, geen kracht heeft? Je mag geloven wat je wilt, maar dit boek leeft voor altijd in mijn hart. Begrijp ik alles wat er in staat? Nee, maar ik geloof er in, want ik weet nu dat God het beter weet dan ik. Dit boek is de rots van mijn leven.”

Jake zei verder niets meer en toen we uiteindelijk baden deed hij zijn ogen dicht.

Laat een bericht achter:

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier