Mijn verhaal

Door Clara T

Al vanaf mijn zesde geloof ik in Jezus en bad ik tot Hem en door de jaren heen vroeg ik Hem om de richting te bepalen in mijn leven.

Ik ontmoette mijn man in 1994, een lieve, christelijke man bij wie het liefde op het eerste gezicht was, en wederzijds! In 1995 trouwden we, we kregen twee kinderen en dit jaar zijn we 25 jaar samen.

In 2003 werd ik op straat aangesproken door twee zendelingen, die me uitnodigden om in een kort gebed Jezus te vragen in mijn hart te komen en mijn zonden te vergeven. Dit eenvoudige gebed bracht een enorme verandering in me teweeg… vanaf dat moment straalde ik zonder ophouden, las ik de Bijbel ieder ogenblik dat ik maar kon vrijmaken en voelde ik een diepe liefde voor ieder levend wezen… ik was gevuld met de Heilige Geest! Mijn relatie met God is sinds die tijd alleen nog maar persoonlijker en dieper geworden.

Ongeveer twee jaar later brak een tijd aan waarin zich meerdere serieuze gezondheidsproblemen bij me ontwikkelden; onder andere ben ik hartpatiënt. Wat hierbij niet hielp was het feit dat ik al vanaf mijn 20ste rookte. Toen ik jonger was, deed ik een dag of 3, 4 met een pakje sigaretten, maar naarmate de tijd verstreek, begon ik steeds meer te roken. Tot kort geleden rookte ik anderhalf pakje sigaretten per dag. Ik ben een onrustige persoonlijkheid en de sigaretten kalmeerden mij. Hoewel ik uiteraard wist dat ik mezelf met roken geen dienst bewees, wílde ik toch roken. Ik was niet bereid er afstand van te doen. Als mensen mij vroegen waarom ik niet stopte, was mijn antwoord steevast: “omdat ik God nog nooit heb gevraagd om me te helpen ervan af te komen,” en dat was waar, tot 11 februari 2020.

Die ochtend vroeg stond ik voor mijn kast om snel wat aan te schieten om ons hondje Pekky uit te laten. Mijn ogen gleden over een aantal mooie, nieuwe kledingstukken…Voor een snel rondje met de hond was het niet nodig om me zo chique te kleden, maar terwijl ik iets eenvoudigs uit de kast pakte, schoot mij een opmerkelijke gedachte te binnen: “Je zult deze kleren nooit meer dragen”. “Vreemd,” dacht ik terwijl ik mijn weg vervolgde. Toen ik even later met Pekky op de donkere, stille straat stond, was daar pal voor ons huis een grote, zwarte lijkwagen geparkeerd. De aanblik van deze auto, in de stilte en kilte van de vroege ochtend gaf mij een heel naar gevoel. Het deed iets met me. Weer thuis voelde ik de onbedwingbare neiging om mijn dierbaren te bellen. Ik belde mijn vader die ik al heel lang niet had gesproken, mijn vriendin en mijn zus en zei: “ik weet niet wat het is, maar ik denk dat ik dood ga”. Ook vroeg ik mijn dochter om haar broer te bellen en hem te zeggen dat hij hier moest komen, dat het een zaak was van leven en dood.

De relatie met mijn zoon is al jaren moeilijk. In zijn tienerjaren koos hij een pad waar we als ouders heel veel moeite mee hadden, en we verschillen van mening over datgene wat het allerbelangrijkste is in mijn leven: geloof in God en Zijn Zoon Jezus. Ik bewonder mijn zoon om hoe zorgzaam hij is, hoe hij niet aarzelt om een ander te helpen, ook zijn ouders. Wat echter veel pijn doet, en ook vaak tot onenigheid geleid heeft, is het feit dat hij zijn geloof de rug heeft toegekeerd.

Mijn zoon kwam en ik begon tegen hem te praten. Ik vertelde hem dat alle dingen die er gebeurd waren, de woorden die uitgesproken waren, de pijn die zijn gedrag mij had gegeven, de jaren die gevuld waren geweest met zorgen en verdriet om hem, dat het hem allemaal vergeven was.

 

 

 

Ik drukte hem op het hart dat er een streep onder stond en dat alles goed was. Dat, mocht er iets met mij gebeuren, hij niet zijn leven lang schuldgevoelens met zich mee hoefde te dragen. Mijn zoon huilde alleen maar en zei: “Ik wil niet dat je dood gaat.”

Later die dag knielde ik, alleen met de Vader, en stortte mijn hart voor Hem uit. Ik sprak uit dat ik begreep dat mijn tijd gekomen was, maar herinnerde Hem aan een Bijbelpassage in Jesaja waarin Hiskia de Heer van gedachten wist te veranderen, waarna hij nog 15 jaar langer leefde. Met alle passie die ik in me had, zei ik tegen Hem dat ik nog niet dood wilde, dat ik mijn plaats nog hier zie met mijn man Aad, de kinderen, mijn dierbaren, en nog meer…. Ik liet Hem weten hoeveel ik nog van deze aarde houd en vooral van de mensen en dieren die erop leven. Ik probeerde heel duidelijk te maken dat ik geloof dat ik nog een rol te spelen heb door zoveel mogelijk mensen te laten weten dat God, die almachtig is, écht hier is, dat hij écht betrokken is bij eenieder die zich voor Hem openstelt.

Ik had nog een gesprek met de Heer. Ik zei tegen God: “U bent zo machtig, Degene aan wie de zon, de maan en alle planeten gehoorzamen. U kunt dingen doen in een oogwenk. Ik wil een groot wonder zien: op een morgen wakker worden alsof ik nog nooit gerookt heb!”

Ik kan niet zeggen dat het een gebed was. Het was eerder een provocatie, een uitdaging. Nadat ik het gezegd had, vroeg ik me af of ik te brutaal was geweest door zo tegen de Heer te praten. Aan de andere kant… Hij kent mij van binnen en van buiten. Ik heb geen geheimen voor Hem. En als ik met God praat, vraag ik nooit om kruimels, om kleine gunsten. Omdat ik Hem zie als oppermachtig, vraag ik grootse dingen!

Die avond ging ik vroeg naar bed. Ik was uitgeput. Al tijden leed ik aan bronchitis, ik kreeg bijna geen lucht. Ook had ik al weken last van chronische gastritis. De volgende ochtend toen ik wakker werd, hoorde ik heel duidelijk een fluisterende stem die drie woorden sprak. Met geen mogelijkheid kan ik me herinneren welke drie woorden het zijn geweest maar ze communiceerden een heel nieuw leven, een totaal veranderde werkelijkheid. Onmiddellijk wist ik dat deze stem van God kwam en tegelijkertijd besefte ik dat er iets was veranderd in mij. Ik wist dat ik anders was dan toen ik de avond ervoor naar bed was gegaan.

Ik moet toen weer in slaap zijn gevallen en na wat ongeveer een half uur leek, hoorde ik het weer! Een fluisterende stem die drie woorden sprak. Ik stond op en het was haast ongelooflijk, ik was in complete extase. Ik had geen enkele interesse meer in een sigaret, totaal niet! Daarnaast had ik geen enkel ontwenningsverschijnsel, ook niet na meerdere dagen: geen humeurigheid, hoofdpijn, snoepbuien, angstaanvallen……helemaal niets! Na 30 jaar verslaving was dit een gigantisch wonder.

Maar dit is nog maar een fractie van wat Jezus die dag voor me deed… de bronchitis waar ik al jaren onder leed: weg! In één klap. De gastritis was ook verdwenen. Een probleem met mijn blaas waar ik al tientallen jaren last van heb, je kunt wel zeggen een vanzelfsprekendheid in mijn leven…. Ik ben ervan genezen.

Ik stroom over van geluk en dankbaarheid. Eens te meer heeft mijn God mij laten zien dat ik Hem onvoorwaardelijk kan vertrouwen. Hij is het waard om voor eeuwig geprezen te worden en er is niets belangrijker dan Zijn liefde met iedere levende ziel te delen.

Ik ben ervan overtuigd dat mijn tijd om te sterven gekomen was op die 11de februari. Mijn zoon bevestigde later ook dat hij een heel sterk voorgevoel had dat ik dood zou gaan. Als ik er nu nog ben, weet ik 100% zeker dat dat zo is voor één ding: ik ben op deze wereld om aan ieder mens te laten weten: de almachtige God van hemel en aarde, in naam van zijn Zoon, is er voor JOU.

Laat een bericht achter:

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier