Weet God wel wat Hij doet?

Naar een artikel van Richard Simmons III

De vraag die voortdurend terugkomt en die op de lippen ligt van zoveel mensen die twijfelen over de aanwezigheid van God, is ons wel bekend: Waarom laat God het toe dat het kwaad in deze wereld zo welig lijkt te tieren terwijl het voor Hem toch makkelijk moet zijn om daar een einde aan te maken?
Oppervlakkig gezien lijkt dat misschien wel zo, maar als we er wat dieper op ingaan begrijpen we snel dat het kwaad, de pijn en het lijden de gevolgen zijn van twee belangrijke principes die God in ons aardse bestaan heeft verweven.

Twee belangrijke principes
Het eerste principe heeft te maken met de fysieke wereld waarin wij leven. Er zijn bepaalde natuurwetten die orde en stabiliteit aan het leven geven. Het tweede principe is de menselijke vrijheid. Wij hebben de vrijheid om keuzes te maken en beslissingen te nemen. En dat is een principe dat we niet snel mogen onderschatten. Het is juist deze vrijheid die het ons mogelijk maakt om echt lief te hebben. Daarom zijn wij mensen en geen robot-achtige machines, zoals veel atheïsten beweren.

Het eerste principe
De Christelijke schrijver Phillip Yancey zegt daarover:  “Door zich te verbinden aan die twee principes die op zichzelf beide goed zijn, heeft God ook de mogelijkheid van het kwaad toegestaan. Water is bijvoorbeeld uitermate goed voor ons en de hele schepping vanwege haar specifieke eigenschappen. Water is zacht, vloeibaar en een van de belangrijkste grondstoffen van dit leven. Maar juist deze eigenschappen maken het ook mogelijk dat wij kunnen verdrinken of, erger nog, dat wij iemand anders laten verdrinken.
Een ander eenvoudig voorbeeld is hout. Ook hout is geweldig. Het draagt de vruchten van bomen, ondersteunt bladeren om schaduw te geven, en biedt beschutting aan vogels en eekhoorns. Met hout kunnen we bouwen of we kunnen het zelfs verbranden om ons warmte te geven. Maar een vrij mens kan een stuk hout ook oppakken om er iemand mee dood te slaan. God zou natuurlijk, iedere keer wanneer iemand zich met zulke onzalige gedachten bezighoudt en dat hout oppakt om er mee te gaan slaan, direct kunnen ingrijpen en de eigenschappen van hout in die van spons kunnen veranderen.
Er gebeurt dan niets. De knots zou geen enkel effect meer hebben.
Maar zo heeft God deze wereld niet bedoeld. Hij heeft vaste wetten in gang gezet waardoor wij Hem kunnen leren kennen, maar die ook, door onze misleide opvatting van vrijheid, tot kwaad kunnen worden omgebogen.“

Een wereld zonder lijden
Had God dan niet beter een wereld kunnen scheppen waarin het niet mogelijk is om pijn, kwaad en lijden te ervaren? Nee, niet als we echte mensen willen zijn met een vrije wil.
De theoloog Dr. John Hick, schreef een interessant boek met de titel De Filosofie van Religie. In het boek probeert hij zich een utopische wereld voor te stellen waarin we nog steeds een vrije wil hebben, maar waar geen pijn en lijden bestaan. Hick concludeerde dat de gevolgen ver strekkend zouden zijn en dat het leven gewoon niet zou werken.
Bijvoorbeeld, niemand zou ooit een ander kunnen verwonden. Het mes van de moordenaar zou in papier veranderen of zijn kogels in ijle lucht. Fraude, bedrog, samenzwering en verraad zouden het weefsel van de samenleving op de een of andere manier altijd onbeschadigd laten. Er zou nooit sprake zijn van mislukking, want mislukking is een van de pijnlijkste ervaringen van het leven. Fraude, bedrog, samenzwering en verraad zouden het weefsel van de samenleving op de een of andere manier altijd onbeschadigd laten. Er zou nooit sprake zijn van mislukking, want mislukking is een van de pijnlijkste ervaringen van het leven.

Je zou niet op je gezondheid hoeven te letten, er zou er geen kanker zijn en van een hartaanval zou niemand ooit gehoord hebben. Maar je zou ook je best niet hoeven doen; niet in je werk, noch in je relaties, want er zou  geen pijn van afwijzing of echtscheiding zijn.
Eigenlijk zou het er op neerkomen dat mensen zo roekeloos konden leven als ze maar wilden, zonder zorg over de gevolgen. Moed en standvastigheid zouden geen zin hebben, want er was geen gevaar en er waren geen moeilijkheden om te overwinnen. Vrijgevigheid, vriendelijkheid, onbaatzuchtigheid? Onnodig. Daarom zou een dergelijke wereld, hoeveel plezier en gemak die ook te bieden had, een verschrikkelijke wereld worden.
Het lijkt er dus sterk op dat een omgeving die bedoeld is om in vrije wezens de beste eigenschappen van het persoonlijk leven te ontwikkelen, verdacht veel gemeen moet hebben met onze huidige wereld. Zo’n wereld moet werken volgens betrouwbare wetten en moet reële gevaren, moeilijkheden en problemen met zich meebrengen.

Het tweede principe
Het tweede principe, de menselijke vrijheid, raakt de kern van het mens-zijn. God heeft het kwaad niet geschapen. Wat Hij wel schiep is de mogelijkheid tot het kwaad, door ons vrijheid te geven. In wezen is het kwaad niets anders dan het bederven van de dingen die God voor het goed bedoeld heeft. Zonde is in wezen niets anders dan opstandigheid tegen God.
Het is onmogelijk voor God om een wereld te scheppen waarin mensen echte vrijheid hebben, en tegelijkertijd geen mogelijkheid hebben om te doen wat verdorven of slecht is. Als God ons zonder vrijheid had geschapen, zouden we uiteindelijk leven in een wereld zonder liefde.
Maar God wilde juist wel zo’n wereld. Een wereld met liefde, met een speciaal soort schepsel, dat zich door liefde met Hem en anderen kon verbinden. Ware liefde kan niet worden afgedwongen, zij moet vrij worden gekozen. Maar door ons deze keuze te geven, is het dus ook mogelijk dat wij anderen haten en schaden.

Conclusie
Als we naar onze huidige wereld kijken, kunnen we niet anders dan de sporen van de menselijke verdorvenheid zien. Na al die eeuwen van ontwikkeling is het overduidelijk dat de mensheid, ondanks haar creatieve genialiteit en de enorme behoefte aan grote verbetering, zelf geen goede en volmaakte samenleving kan voortbrengen.
Dat lukt gewoon niet en het is te wijten aan de van nature verdorven en egocentrische aard van de mens. Die aard, die de Bijbel de natuurlijke mens noemt, leidt ons voortdurend weer naar een leven van kwaad en zelfvernietiging.
En dat is dan ook direct een van de voornaamste redenen dat God Jezus naar de wereld stuurde. Jezus kwam om ons van onszelf en onze zonden te bevrijden.
En dan rest de grote vraag die beantwoord moet worden: Is het mogelijk voor God om het hart van een mens echt te veranderen? Kan Hij werkelijk haat in liefde veranderen, egoïsme in onbaatzuchtigheid, gemeenheid in vriendelijkheid en ellende in vreugde? Ja, dat kan God werkelijk doen. Paulus schrijft: “Als u christen wordt, wordt u van binnen helemaal nieuw. U bent als het ware opnieuw door God geschapen. Er is een heel nieuw leven begonnen. Al dit nieuwe komt van God, die ons door Jezus Christus bij Zichzelf heeft teruggebracht. Hij heeft ons opgedragen overal te vertellen dat iedereen het nu met God in orde kan maken.”
2 Corinthiërs 5:17

Hij heeft dit door de eeuwen heen gedaan in de harten van talloze mensen, die daarna niets anders meer wilden en konden doen dan hun leven in dienst te stellen van  anderen.  Als jij je hart open stelt voor Jezus zul ook jij die kracht ervaren die alle dingen nieuw maakt en een vrede die ons verstand ver te boven gaat.

Laat een bericht achter:

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier