Sir Francis Bacon

Is christelijke filosofie goed voor de wetenschap? Dat is een vraag die rijkelijk beantwoord wordt als wij kijken naar het leven van Sir Francis Bacon. Hij leefde van 1561 tot 1626 en was een Engelse filosoof, staatsman, advocaat, jurist, auteur en pionier van wat men noemt de wetenschappelijke methode. Hoewel hij politiek in ongenade viel in 1621, bleef hij toch extreem invloedrijk door zijn werken en zijn wetenschappelijke aanpak. Hij wordt hierom wel de vader van het empirisme genoemd.

Hoewel hij geen praktiserend wetenschapper was, wordt Bacon door veel historici als de “grondlegger van de moderne wetenschap” beschouwd. Zijn filosofie en geschriften waren grotendeels verantwoordelijk voor het ontketenen van de wetenschappelijke revolutie in de 17e eeuw. Deze “nieuwe filosofie” was eigenlijk niets nieuws maar was volgens hem niets anders dan een terugkeer naar de principes van de Bijbel. De “grondlegger van de moderne wetenschap” was een Bijbelvast christen, en de christelijke leer vormde het fundament van zijn denken.

De essentie van wat Francis Bacon onderwees was het idee dat zuivere wetenschap altijd vanaf de grond moet worden opgebouwd. Verzamel feiten, meet dingen en organiseer dan het waarnemend bewijs zodat je een hypothese kunt bouwen om iets te verklaren. Toets alle hypotheses aan de feiten. Bacon was ervan overtuigd dat deze methode een juiste weg was naar de waarheid en dat mensen hun vertrouwen niet mochten stellen op feilbare menselijke rede of logica.

Deze methode wierp goede vruchten af en leidde tot belangrijke nieuwe ontdekkingen in de chemie, fysica, biologie en astronomie. Nieuwe takken van wetenschap bloeiden op en vele lang gekoesterde en soms onzinnige valse overtuigingen werden erdoor omvergeworpen.

Voor Francis Bacon lag de basis voor alles in Gods Woord. “De Bijbel geeft ons een visie op God en het leven waardoor het ontdekken van Zijn wonderen onze nobele, menselijke plicht wordt.” Voor Francis Bacon was de natuur Gods fijngebouwde machine, en had God de mens de bekwaamheid en de plicht gegeven om de werking ervan te ontdekken. Het menselijk verstand was op zich niet voldoende; menselijke ideeën zouden altijd geleid moeten worden door de Bijbelse leer over de natuur van God en door de observatie van de wetten van de Schepper. Sir Francis geloofde dat, in vervulling van de profetie van Daniël, de menselijke kennis in het laatste der dagen enorm zou toenemen door on-Bijbelse principes en menselijke filosofieën.

Hij had wat men nu noemt een “apocalyptische visie”, en was ervan overtuigd dat Daniëls profetieën ons zouden moeten inspireren om de kennis te bevorderen ten goede van de mensheid. Daniëls profetie dat de kennis in het laatste der dagen zou toenemen was een vers dat hem erg dierbaar was.

En gij, Daniël! sluit deze woorden toe, en verzegel dit boek, tot den tijd van het einde; velen zullen het naspeuren, en de wetenschap zal vermenigvuldigd worden.
Daniël 12:4

Hij geloofde klaarblijkelijk al dat het einde der tijden nabij was tijdens zijn leven want hij schreef: “Is er de afgelopen decennia geen cruciale vooruitgang geboekt op vrijwel ieder gebied? Wij hebben nu immers de drukpers, het buskruit en het magnetisch kompas? Wat kan de profeet anders bedoelen… als hij spreekt over de laatste tijden?”

 

Voor Francis Bacon was de Bijbel de sleutel om de mens te bevrijden van de feilbare meningen van menselijke autoriteiten, en het boek Genesis gaf hem de inspiratie om onze door God gegeven rol als rentmeesters van de schepping serieus te nemen. Een atheïstische levensvisie vond hij ‘grof en verachtelijk.’ Hij zei: “Een beetje filosofie neigt de mens tot atheïsme, maar diepgaande filosofie kan een mens alleen maar overtuigen van de waarheid van Christus. Een oppervlakkige benadering van de filosofie zaait twijfel; maar een eerlijke, diepgaande blik op de filosofie neemt iedere vorm van twijfel weg, waarna alleen de kracht van God overblijft.”

Voor Francis Bacon was wetenschap dan ook een vorm van aanbidding en was de ware wetenschap als een schild tegen onwaarheid. Hij zei: “Er zijn ons twee boeken gegeven om te voorkomen dat wij in dwaling vervallen: ten eerste het boek van de Heilige Schrift, die de wil van God onthult; ten tweede is daar het boek van de schepping en Gods schepsels die Zijn macht uitdrukken.”

Zijn leven
Sir Francis Bacon wordt meer herinnerd om zijn ideeën dan om zijn leven. Hij werd geboren in Londen in 1561. Als tijdgenoot van Galileo, Shakespeare, Sir Walter Raleigh en Sir Francis Drake werkte Bacon niet als wetenschapper, maar als advocaat en politicus. In 1582 werd hij advocaat en in 1584 werd hij lid van het Lagerhuis. De pas gekroonde koning James 1 ridderde hem in 1603 en hij klom al snel op tot procureur-generaal. In 1618 werd hij benoemd tot Lord Chancellor. (Minister van justitie) Helaas bezoedelde hij zijn reputatie in 1621 door het aannemen van smeergeld. Hoewel hij verwikkeld was geraakt in een strijd tussen de koning en het parlement, gaf hij de corruptie toe en moest hij in schande aftreden.

Hij kwam op de wereld zonder rijkdom en verloor op zijn oude dag zijn fortuin en reputatie. Hij stierf in 1626, terwijl hij bezig was met experimenten om zijn toewijding aan de wetenschap te illustreren; hij werd erg ziek toen hij buiten in de bijtende kou en sneeuw onderzoek deed in de hoop de conserverende werking van kou op het lichaam vast te stellen en stierf uiteindelijk. Hij deed geen belangrijke wetenschappelijke ontdekkingen en ontdekte geen belangrijke natuurwetten. Volgens sommige schrijvers die zijn leven grondig bestudeerden “was zijn persoonlijk karakter geenszins bewonderenswaardig”.

Maar zijn ideeën waren diepgaand en getuigden van genialiteit en een diep geloof in de Schepper van dit universum. Het grootste deel van Bacons filosofische geschriften schreef hij pas laat in zijn leven. Hij schreef zijn eerste werk, The Advancement of Learning (1605) op 44-jarige leeftijd; zijn grootste werk Novum Organum kwam uit in 1620. Hij bleef verder schrijven tot zijn dood; geschriften die na zijn dood werden gepubliceerd.

Hier volgen enkele voorbeelden van zijn uitspraken om een indruk te krijgen van zijn denken:

  • Mensen vrezen de dood zoals kinderen die bang zijn voor het donker. Die angst kan worden weggenomen door het licht van het Evangelie, maar helaas wordt die angst, net als die kinderlijke angst voor het donker alleen maar vergroot door rare sprookjes en vreemde verhalen die nergens op slaan.
  • Deze schepping zonder plan en zonder verstand gemaakt? Ik geloof nog liever in de meest bizarre fabeltjes die mensen elkaar soms vertellen dan in dat absurde idee.
  • Lezen zonder na te denken is als eten zonder te verteren.

Laat een bericht achter:

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier