Kleine wonderen- grote schepping
De nietigste schepselen van onze aarde vertellen ons veel over de grootsheid van Gods.
Zo zijn insecten bijvoorbeeld bijzonder ingenieus en vernuftig.
Neem alleen al het vuurvliegje.
Dat kleine beestje speelt verstoppertje op een warme zomeravond met zijn zaklantaarntje en inspireert iedereen die het ziet met zijn lichtje in het donker. Jaren later inspireerde het de mens om de zaklantaarn uit te vinden.
God heeft het zo gemaakt.
En dan de sluipwesp.
Die heeft een ingebouwde boor zodat ze een gat van vele centimeters diep in een boom kan boren om daar haar eitjes in te leggen.
Maar er zijn meer insecten met een stevige boormachine. Zo heb je de houtbij die een gat kan boren van meer dan 30 cm diep. Er zijn ook een hoop kevers die hun keverhanden niet omdraaien voor een boorkarweitje.
Wist je dat er een mier bestaat die graag tunnels graaft in keiharde stenen?
En spinnen kunnen er ook wat van. Hun constructies zijn relatief gesproken moeilijker en gecompliceerder dan die van de Brooklyn Bridge.
En wat denk je van de zaagwesp? Die was al lustig aan het zagen, lang voordat de mens op het idee kwam dat een zaag best handig kan zijn. Dit beestje heeft twee zaagjes die om beurten aan het zagen zijn om op zo’n manier een boom te bewerken op zoek naar voedsel.
De groene eikebladroller is ook een ware meester. Die naait de uiteinden van de blaadjes samen met zijn eigen garen om zo een veilig huisje voor zichzelf te bouwen.
Er is geen eind aan de wonderen van God!
Of is dat alles ontstaan door het wonder van de evolutie? Hmmm? Dat klinkt toch wel wat vreemd. Er is eigenlijk veel meer geloof voor nodig om dat te geloven dan dat er een Schepper is.
Een mens mag geloven wat hij wil, tenminste vandaag nog wel, maar eens zal dat veranderen als Jezus terugkeert om Zijn Koninkrijk op te zetten. Dan zal iedereen God eren en kennen als de grote Schepper van de schoonheid.
Romeinen 1:19-22
Want die mensen kunnen heel goed weten dat God er is. Hij heeft het hun Zelf bekendgemaakt. God is wel onzichtbaar, maar uit alles wat Hij geschapen heeft, blijken zijn eeuwige kracht en goddelijkheid. Want sinds het ontstaan van de wereld is zijn bestaan duidelijk te herkennen uit wat Hij gemaakt heeft. Daarom hebben de mensen geen enkele verontschuldiging. Hoewel de mensen in staat waren God te kennen, wilden zij Hem niet de eer geven die Hem toekomt en Hem niet eens danken voor alles wat Hij heeft gedaan. Zij hielden zich met allerlei ideeën bezig. In hun verdwazing raakten zij het spoor bijster. Hoewel zij dachten dat ze alles wisten, waren zij in werkelijkheid dom.
