Het is toch zo eenvoudig

Ik kreeg laatst van een ongelovige vriend een dik boek in mijn handen gedrukt. “Kijk eens, hier heb je wat aan,” zei hij enthousiast. “Ik heb het zelf nog niet gelezen, maar ik heb wel begrepen dat het de moeite waard is!”

Het was geschreven door een slimme geleerde, die er van overtuigd is dat er geen God is. Op de achterkant van zijn boek s stond geschreven dat hij dit in heldere en toegankelijke taal zou uitleggen en dat we er allemaal beter van zouden worden.

Om mijn vriend niet voor het hoofd te stoten heb ik dat boek op een regenachtige avond dus eens ter hand genomen en het zittende in mijn luie stoel opengeslagen. Misschien was het omdat ik geen wetenschapper ben, en misschien kwam het omdat ik zo mijn twijfels heb over de argumenten die zouden moeten bewijzen dat God niet bestaat, maar op bladzijde twee was ik de draad al volkomen kwijt en deed mijn hoofd zeer. Ik deed echt mijn best, maar snapte er helemaal niets van.

Het leek wel alsof ik een kille gedachtenwereld vol verwarrende theorieën binnenstapte, waar vooral het bestaan van een liefdevolle God het moest ontgelden. De schrijver was ‘absoluut’ zeker dat er ‘niets zeker’ was behalve dan natuurlijk die ene zekerheid dat God niet bestaat en dit alles werd onderbouwd met een stortvloed aan woorden die ik nog nooit eerder gezien of gehoord had en overal stonden ingewikkelde en vermoeiende formules. Ik kreeg het gevoel dat het zelfs een slimme universiteitsstudent die dit boek zou lezen, teveel zou worden.

Op dat moment hoorde ik een klap tegen het raam. Wat was dat? Ik stond op en zag tot mijn verbazing dat een klein babyvogeltje tegen het raam was gevlogen. Dat beestje was nog maar nauwelijks uit zijn nestje gekropen en fladderde voor het eerst in de grote wijde wereld. Natuurlijk wist hij niet dat je niet door een raam kunt vliegen en zo was hij er dus tegenaan gebotst. Daar lag dat beestje, verward en verslagen op de grond. Zijn pootjes omhoog maar met zijn snaveltje schreeuwde hij moord en brand. Opeens vloog zijn moeder naar hem toe. Die had alles vanuit een boom gezien. Ze was duidelijk geschokt en kwetterde luidkeels naar het ongelukkige beestje. “Vooruit, volhouden…Hier moet je weg!”

Toen vloog ze weer weg. Het kleine vogeltje kwam warempel overeind en bleef als een bolletje in elkaar gedoken zitten. De moeder kwam weer aangevlogen. Ditmaal had ze iets lekkers in haar snavel om dat aan het angstige beestje te voeren. En weer liep ze opgewonden rond en leek ze alles te willen doen om te helpen, te steunen en te troosten.

Toen ik een half uurtje later weer keek waren de moeder en het kleine vogeltje verdwenen. Ik ging er vanuit dat ze weer in veiligheid waren, maar het voorval zette me wel aan het denken. Waarom deed die moedervogel dat? Waar komen die moedergevoelens eigenlijk vandaan?

Was dat alleen maar het kille instinct dat de moedervogel er toe aanzette om voor haar baby te zorgen? Was het pure, evolutionaire overlevingsdrang, waar geen wezenlijke emotie bij betrokken is?

Waarom offeren moeders zich eigenlijk op voor hun kinderen, zonder daar iets voor terug te krijgen? Toen onze kat eens likkebaardend de moedermerel van een merel-echtpaar had opgepeuzeld, zat het mannetje dagenlang, eenzaam en aangeslagen op een boomtak in onze tuin. Hij zat daar maar. Hij zong niet, hij vloog niet en zat alleen maar te treuren. Een triest plaatje van de eenzaamheid.

Heeft een vogel gevoel? Kent een dier emoties? Of is dat maar onzin en een evolutionaire hallucinatie. Of leeft de kracht van God in alle uithoeken van deze schepping en dus ook in een moedervogel die vecht voor haar jong, of in een mannetjesmerel die het verlies van zijn vrouwtje probeert te verwerken?

Nee, dit is natuurlijk geen wetenschappelijk bewijs voor het bestaan van God. Geloof kun je ook niet bewijzen. Ook het tegendeel niet.
Maar het hoeft toch allemaal niet zo ingewikkeld te zijn? Waarom kan een mens niet gewoon geloven in een God van liefde, die Zijn liefde zelfs heeft gelegd in iets teers en kleins als een vogelhart?

De wetenschap en wetenschappelijk onderzoek zijn een groot goed. Maar het maakt wel veel uit met welke visie je het doet. Een ongelovig mens zal altijd iets aan te merken hebben op de redenering van een gelovig mens, maar mij maakt het niet uit. Ik geloof in de liefde, de liefde van God en Zijn liefde voor deze prachtige schepping.

Want door zeer hoogdravende woorden vol onzin te spreken, verlokken zij met de begeerten van het vlees en met losbandigheden mensen die daadwerkelijk ontvlucht waren aan hen die in dwaling verkeren. (2 Petrus 2:18)

Laat een bericht achter:

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier