De grootsheid van het universum

“Ik geloof in het christendom, net zo goed als dat ik geloof dat de zon is opgekomen, niet alleen omdat ik dat gezien heb, maar omdat ik daardoor alle andere dingen ook zie” (C. S. Lewis).

NASA heeft recentelijk een ruimtevaartuig gelanceerd dat nu zeven keer dichter bij de zon kan komen dan het vorige ruimtevaartuig. Een NASA-wetenschapper noemde het een missie om ‘de zon aan te raken’. De Parker Solar Probe gaat ongeveer 96 procent overbruggen van de 93 miljoen kilometer die tussen onze aarde ligt en de zon, onze dichtstbijzijnde ster. Het is de bedoeling dat de Probe in de komende zeven jaar de zon zo’n vierentwintig keer tot (wat we zouden kunnen zeggen) op een haarlengte gaat benaderen. Dat moet ons dan nieuwe informatie verschaffen over het ontstaan van het heelal, een universum niet gemaakt door God, maar dat door een bizarre reeks toevalligheden tot stand is gekomen.

Natuurlijk zijn we geïnteresseerd in de zon, en er is ook niets mis met echte wetenschap en de studie van de zon heeft ons al heel wat belangrijke inzichten verschaft. Tenslotte hangt ons leven op aarde er van af.
Maar juist die ongekende weidsheid van het universum is voor veel mensen een struikelblok met betrekking tot God.

Is het niet verschrikkelijk arrogant om te denken dat God, in dat onbegrijpelijke en uitgestrekte universum speciaal geïnteresseerd zou zijn in onze aarde, sterker nog, in jou en in mij?
Als een gelovig mens is dat juist de reden om God te prijzen voor zijn Almacht en grootsheid, maar voor het ongeloof is dat de reden om God te verfoeien en het geloof belachelijk te maken. Het doet denken aan het volgende grapje:

Mozes en de Rode Zee:
Een jonge knul zat aan de oever van een rivier en keek met blije ogen naar de hemel terwijl hij fluisterde: “God wat bent U toch geweldig en groots!”
Een zure oude man uit de buurt had hem al een tijdje gadegeslagen en stapte uiteindelijk op hem af. Hij sprak geïrriteerd: “Wat zit je daar toch te niksen knul, met die stomme grijns op je gezicht?”
“O mijnheer, ik ben zo dankbaar. God is zo groot. Weet u, God kan alles. Ik hoorde op de zondagsschool dat hij Mozes heeft gered bij de Rode Zee. Alle Egyptenaren zijn daar verdronken. God is geweldig!”
De zuurpruim keek het ventje minachtend aan en zei geleerd: “Wat een onzin knul. Wist je dat de wetenschap al lang heeft bewezen dat de plek waar Mozes de Rode Zee door trok nog geen tien centimeter diep was?”
“Nog geen tien centimeter diep?” zei het kereltje met een hemelse uitdrukking op zijn gezicht. “Dank U, lieve God. Wat bent U toch groot. Het wonder is nog veel groter dan ik dacht. U heeft een heel Egyptisch leger laten verdrinken in tien centimeter water!”

De grootsheid van het universum
Hoe groot onze zon ook is, in het grote geheel stelt het niet veel voor. Dat zou je op het eerste gezicht niet denken als je weet dat er wel een miljoen aardjes in de zon passen. Toch is de zon, in vergelijking met andere sterren in ons Melkwegstelsel maar een kleine jongen. Neem de ster Betelgeuze bijvoorbeeld. Ook niet de allergrootste, maar toch al zo’n zevenhonderd keer groter en ongeveer 14.000 keer helderder dan onze zon.
In totaal schatten wetenschappers dat er een triljoen miljard sterren in het deel van het universum staan dat ons enigszins bekend is. Dan zwijgen we maar over het deel waar we niets van weten. En dan lezen we in de Bijbel:

“God geeft hun allen hun namen” (Psalm 147: 4).

“De hemelen vertellen over Gods grote eer en het hemelgewelf spreekt over zijn scheppend werk.” (Psalm 19:1)

Wat een uitspraak en hoe gaan we daar mee om in ons dagelijks leven? Zou het dan beter zijn om het geloof maar aan de wilgen te hangen? Hoe kan dat nou toch allemaal?

De ware test van het geloof.
Het is gemakkelijk om God te gehoorzamen als we begrijpen waarom we dat zouden moeten doen. Maar de beproeving van ons geloof komt juist wanneer we geroepen worden om Zijn hand vast te houden als wij iets niet begrijpen.
Ieder mens krijgt met dergelijke momenten te maken.
Net als iedere normale menselijke relatie, is onze relatie met God ook gestoeld op het fundament van vertrouwen en overgave. Door overgave en door te vertrouwen bloeit een relatie op. Er is altijd een stap van geloof nodig voordat we het bewijs kunnen zien. We kunnen bijvoorbeeld niet zeker weten dat we een bepaalde baan moeten aannemen voordat we die aannemen. Zo is het ook met geloof. We kunnen al het zogenaamde bewijsmateriaal onderzoeken, maar we moeten altijd een stap verder gaan en pas als wij zelf ervaren wat het wel en niet is kunnen we er echt over meepraten

Een computer-byte
Stel je eens voor dat wij als mensen niet meer zijn dan een kleine computer-byte in een machtige computer waarop grote gecompliceerde programma’s draaien. Ieder mens is daarin slechts een afzonderlijke byte, maar dan zijn er altijd van die bytes die net iets meer weten dan een andere byte, en er zitten zelfs bytes tussen die beweren dat ze precies weten hoe de hele computer in elkaar steekt. En die moeten we dan maar geloven. De enige die echt weet hoe de computer in elkaar steekt is de schepper van de computer die buiten de computer staat en die hem naar zijn eigen goeddunken beheert en gebruikt.
Het sleutelwoord is in dergelijke kwesties dan ook nooit kennis, maar altijd vertrouwen. En toegegeven, dat is niet altijd even makkelijk. Ieder mens wordt geconfronteerd met momenten waarop het ons begint te duizelen en de woorden ‘waarom’ op onze lippen liggen.

Momenten waarop je voelt dat God je iets vraagt te doen waar je moeite mee hebt. Of waarop je misschien juist niets moet doen. Momenten waarop je iemand moet vergeven waar je een bloedhekel aan hebt, of waarop je zelf om vergeving moet vragen.
En dan zijn er van die momenten waarop er van je wordt gevraagd om op te staan voor je geloof in een ongelovige wereld, wanneer het geloof bespot en belachelijk gemaakt wordt.

Oswald Chambers schrijft er over in zijn Bijbels dagboek ‘Geheel voor Hem’:

Soms zijn er momenten in ons leven waarop er geen wolken aan de hemel staan en geen crisis onze harten verstoort. Wij zijn hard aan het werk en lijken een stralend voorbeeld voor anderen. Maar dan, als de storm losbarst ziet iedereen direct waar we echt in geloven en wie we werkelijk zijn.”

Durven wij te vertrouwen op de God die dat grote universum gemaakt heeft en ons verzekert dat Hij weet wat er aan de hand is?

Waarom maakte God het universum zoals het is?
In het licht van de wetenschap is die vraag onmogelijk te beantwoorden. Vanuit het geloofsperspectief kunnen we daar zeker over filosoferen.
Twee Oxford-wetenschappers hebben recentelijk een interessant artikel gepubliceerd waarin ze stellen dat het met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan worden gezegd dat onze aarde de enige bevolkte planeet in de kosmos is. Dit geeft wat hun betreft aan dat de mens wel degelijk geschapen is door een Schepper. Als het leven willekeurig zou zijn ontstaan is het redelijk om aan te nemen dat deze evolutie overal in het universum zou moeten plaatsvinden en niet alleen maar op onze kleine planeet. * Vooralsnog is er wetenschappelijk geen enkele indicatie dat dit waar dan ook maar het geval is. Maar, als onze aarde de enige bevolkte planeet is, waarom zou God dan zo’n enorm universum maken en dit vullen met zo’n verbazingwekkend aantal sterren en onbewoonde planeten?
Zo’n vraag kan vooralsnog alleen maar naar tevredenheid beantwoord worden vanuit een geloofsperspectief. De ware, diepere redenen zullen ons pas in de hemel geopenbaard worden. Wij zullen moeten accepteren, net als die computer-bytes, dat er dingen zijn waar wij met ons aardse verstand nooit bij zullen kunnen. Het is zelfs dwaasheid om te veronderstellen dat wij de Almachtige God in een doosje kunnen plaatsen en wij, nietig als wij zijn, de kennis van God kunnen bevatten. De Christen arrogant? Hoe arrogant is de wereldse mens die denkt alles te kunnen bevatten en verklaren?

1 Korinthe 13: 11-12.
Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, dacht ik als een kind en redeneerde ik als een kind. Maar nu ik volwassen ben, heb ik het kinderlijke voorgoed achter mij gelaten. Nu hebben wij nog geen heldere kijk op Christus, maar later zullen wij oog in oog met Hem staan. Ik ken Hem nu nog niet volkomen, maar dan zal ik Hem volledig kennen, zoals Hij mij door en door kent.

Misschien maakte God het universum wel zo groot om ons aan te moedigen dat wij echt in Zijn almacht mogen vertrouwen. Stel je eens een vader voor die een prachtig herenhuis gebouwd heeft. Zou diezelfde vader die lekkende kraan in de kinderkamer niet kunnen repareren? De Schepper van dit ongelooflijke universum heeft alle kracht die Hij nodig heeft om zijn beloften na te komen en Zijn doel in ons leven te vervullen. Begrijpen doen we het niet, maar vertrouwen mogen we wel. Toen de profeet Jeremia worstelde om een gebod van God te begrijpen en te gehoorzamen zei God tegen hem:

“Zie, Ik ben de Here, de God van alle vlees. Is er iets te moeilijk voor mij?” (Jeremia 32:27).

Geloof opdat je mag begrijpen
Overal in Gods Woord worden wij aangemoedigd dat de weg naar Zijn hart over de weg van het vertrouwen loopt. Daar heeft de wereld juist zo veel moeite mee, want die zegt: “Ik geloof pas als ik het zie.” Maar het werkt juist andersom, zoals Augustinus vele eeuwen geleden al opmerkte: “Probeer niet te begrijpen opdat je mag geloven, maar geloof zodat je het gaat begrijpen.”
Daar kan ongeloof natuurlijk niets mee, maar het werkt perfect. Daarom zei Jezus zelf dat wij als kinderen moeten zijn in ons geloof, en niet als sceptische, harde, ongelovige mensen die denken alles beter te weten.

Toegegeven, dat kan een uitdaging zijn in deze sceptische samenleving. Onze materialistische cultuur heeft priesters in hun religieuze gewaden vervangen door wetenschappers in laboratoriumjassen. We meten het leven aan de hand van wat we kunnen meten, en alles wat we niet begrijpen of kunnen verklaren is vals of onjuist. Maar juist als het moeilijk is om God te vertrouwen hebben wij Zijn hand zo hard nodig in ons leven. Als God van ons vraagt om in geloof uit te stappen, moeten we nog dieper vertrouwen op zijn kracht en liefde.

Het alternatief?
Je kunt altijd veilig aan de kust van de zekerheid rond blijven hangen. Dan kun je over de zee turen en je afvragen wat er achter de horizon ligt, maar je zult Gods kracht en liefde voor jou persoonlijk nauwelijks ervaren. In plaats van verdwaasd naar het universum te staren en je vol te stoppen met de meest gecompliceerde theorieën en verwarrende (en vooral eenzame) verklaringen over het ontstaan van het heelal die bijna dagelijks weer veranderen, kun je beter je hand in die van God leggen en zeggen: “Vader, hier ben ik. Ik geloof in U.”

*Anders Sandberg, Eric Drexler and Toby Ord Future of Humanity Institute, Oxford University

Laat een bericht achter:

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier