Stap voor stap

Er was eens een klok die door de klokkenmaker in elkaar was gezet en voor de verkoop in de etalage was geplaatst. Het was maar een kleine klok en daar, naast al die grote, machtige klokken die de tijd enthousiast en met veel kabaal wegtikten, voelde hij zich maar onbelangrijk en verlegen. Toch begon hij vol vuur aan zijn taak van het wegtikken van de seconden.

Een stevige houten koekoeksklok die naast hem op de plank stond begroette hem snoevend. “Zo jochie,” zei de koekoeksklok. “Daar ben je dan. Net begonnen aan je leven als klok. Eigenlijk heb ik best wel medelijden met je, want nu ben je nog enthousiast aan het tikken, maar ik denk dat je snel wel anders zult piepen. Dit werk gaat je niet in je kouwe kleren zitten. Wist je bijvoorbeeld al dat je elke dag zo’n 86.400 keer moet tikken? Na een week moet je dit geluid 604.800 keer gemaakt hebben, om nog maar niet te spreken van een jaar, want dan hebben we het over een getal van 33 miljoen.

Op dat moment schoot de houten koekoek uit de klok om de woorden van de trotse klok nog eens extra kracht bij te zetten.

Er ging een schok door de kleine klok. “33 miljoen keer… en dan heb ik er pas één jaar op zitten. Dat kan ik nooit.” Direct kon hij van ellende geen tik meer uitbrengen en kwam abrupt tot stilstand.

“Ik kan wel zien dat je nog maar weinig ervaring hebt,” sprak een wandklok achter hem op zachtmoedige toon. “Je moet niet naar zulke onzin luisteren, want zo is het helemaal niet. Als je er zo tegenaan kijkt ziet het er inderdaad niet zo goed uit, maar je vergeet dat je maar één tikje tegelijk hoeft te maken. Niet meer en niet minder. Dat is alles.”

“Zou je echt denken?” vroeg de kleine klok angstig.

“Probeer het maar,” zei de hangklok. “Eerst één tikje… goed zo, en nu nog eentje. Stap voor stap. Meer is het niet.”

En dat was zo moeilijk nog niet. “Is dat alles,” zei de kleine klok verheugd. “Dan valt het allemaal dus reuze mee.” Zonder dralen begon het klokje weer te tikken terwijl hij niet langer dacht aan die vreselijke hoeveelheden tikken en over de enorme taak die hem nog te wachten stond.

Dat klokje heeft het jaren gedaan en stopte uiteindelijk pas toen hij er na een vruchtbaar en opwindend klokkenleven, al bijna een miljard tikken op had zitten.

Zo is het ook voor ons als Christenen. Jezus vraagt van ons om ons bezig te houden met vandaag en niet met morgen of gisteren.

“Maak u geen zorgen voor de dag van morgen. Ook morgen zal God u weer geven wat u nodig hebt. Elke dag heeft al genoeg aan zijn eigen problemen.” (Mattheüs 6:34)

Reacties

Laat een bericht achter:

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier