Meer over geloof

Geloof verlicht het pad op de donkerste nachten. Het stuurt ons door de zwaarste stormen en ondersteunt ons als onze knieën het begeven. Als we er geen gat meer in zien, klopt het geloof aan de poort en leidt het ons naar een veilige haven. Geloof heeft een bijzondere eigenschap. Geloof is nooit beschaamd, want het zoekt voortdurend zijn toevlucht in de armen van God. Daar zit het dan veilig verborgen onder de vleugelen van de Meester.

Hij, die ons troost in al onze verdrukking, zodat wij hen kunnen troosten die in allerlei verdrukking zijn, met de vertroosting waarmee wij zelf door God getroost worden.
2 Korinthe 1:4

    Toen Engeland nog in oorlog was met Frankrijk was er eens een Frans schip dat al maandenlang voor de kusten patrouilleerde en maar weinig contact had met het vasteland. Na een geweldige storm had het schip enorme schade en moest er hulp gezocht worden. Maar waar konden ze naar toe? De enige haven waar ze naar toe zouden kunnen was een Engelse haven. Als ze daar zouden landen zouden ze direct gevangen genomen worden.
Wat ze niet wisten, was dat de vrede inmiddels getekend was en er geen direct gevaar bestond. De Engelsen zagen het schip in nood en seinden dat ze veilig binnen konden varen. Er zou hen niets gebeuren. De oorlog was voorbij.

Maar dat geloofden de Fransen niet. ‘Het is een valstrik! Ze leggen ons in de luren!’ En ze weigerden om binnen te varen en uiteindelijk verdronken de meeste bemanningsleden.

Zo zijn er ook veel mensen die geen woord van het Evangelie geloven. Er is vergeving. Er is eeuwig leven. er is vrede met God. Bij Hem kun je binnenvaren. Maar ze denken dat het onzin is. Een valstrik zelfs van die halfzachte christenen. Nee, het is beter om op zee te blijven en door te vechten tot de laatste snik.

Er was eens een jongetje dat niet van vogels hield. Hij ergerde zich aan zijn vader die elke dag broodkruimels uitstrooide voor de musjes en de meesjes die in groten getale neervlogen om de lekkernij op te peuzelen. “Dat gaan we eens anders doen,” dacht dat stoute ventje. En hij ging naar de houtzagerij en haalde een zak zaagsel op. Hij verkneukelde zich al bij het idee dat hij die vogeltjes er eens goed tussen zou nemen, want dat zaagsel zag er precies zo uit als het brood. Met een gul gebaar en een lief stemmetje strooide het kereltje het zaagsel uit en verwachtte dat alle vogeltjes zich goed zouden verslikken in dat zaagsel. Maar wat gebeurde er? Geen enkel vogeltje vloog er naar toe. Niet eens een jonkie.
Toen zijn vader hoorde wat er gebeurd was gaf hij zijn zoon een goede uitbrander en zei tenslotte: “Die vogels zijn toch niet gek, zoon. Die weten echt het verschil wel tussen goed eten en rotzooi!”
Zo moet het ook zijn met een kind van God. De wereld strooit voortdurend zaagsel uit in de hoop ons te kunnen verleiden de verkeerde dingen te eten. Maar als hij eerlijk is weet ieder kind van God heel goed wat het brood is en wat het zaagsel.

De beeldhouwer John Bacon had een verzoek voor het opschrift van zijn grafsteen. Hij wilde dat er op stond:

“Hier ligt John Bacon.
Op aarde bekend als beeldhouwer, maar dat is nu voorbij.
Bij God bekend als kind van de Vader.
Hij woont nu thuis.

Download PDF

Laat een bericht achter:

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier