Hij zei het

Er bestaat een verhaal over Napoleon die eens zijn troepen bij Parijs inspecteerde. Zijn paard was ongedurig en rusteloos, maar Napoleon schonk er geen aandacht aan en liet de teugels vieren terwijl hij bezig was met de inspectie.

Maar dat ging bijna verkeerd. Er gebeurde iets waardoor het paard schrok en het temperamentvolle dier sprong weg. De vorst zou ongetwijfeld van het paard zijn gegooid ware het niet dat een eenvoudige soldaat zich uit de rij losmaakte en zich met een halsbrekende toer op het paard stortte en het beest tot kalmte wist te manen.

Napoleon keek hem even aan en zei toen: “Dank je, Kapitein.”

De soldaat was verbaasd. “Kapitein? Van welk regiment, mijn heer?”

“Van mijn wacht,” antwoordde Napoleon eenvoudig en ging toen door met zijn inspectie.

De soldaat kon het eerst maar nauwelijks bevatten, maar realiseerde zich tenslotte dat hij gepromoveerd was. Toen dat besef tot hem was doorgedrongen wierp hij zijn geweer op de grond en zei hij: “Ik ben klaar met dat geweer. “
Hij liep terstond naar een groep officieren die verderop een bespreking hadden en voegde zich bij hen. Dat schoot een van de hooggeplaatste officieren aldaar in het verkeerde keelgat. “Allemachtig, man… wat doe jij hier, soldaat. Scheer je weg. Ben je niet goed snik of zo?”

De soldaat schraapte zijn keel en zei: “Ik ben helemaal niet gek. Ik ben de kapitein van de persoonlijke wacht van Napoleon.”

“Inderdaad,” zei een andere officier. “Je hebt waarschijnlijk te lang in het gevecht gezeten want je verstand is weg. Wie zegt dat jij de kapitein van de wacht bent?”

“Hij zei het,” zei de soldaat, terwijl hij naar Napoleon wees die nog druk bezig was met zijn inspectie.

De gezichten van de officieren verschoten van kleur. “Het spijt ons,” mompelde een van hen. “We waren nog niet op de hoogte gebracht van uw promotie.”

Voor de mensen die niet beter wisten zag de soldaat er nog uit als een gewone soldaat, zonder rang of stand. Maar de soldaat zelf wist heel goed wie hem de promotie had gegeven en handelde daar ook naar. “Hij zei het.” Dat was genoeg.

Zo is dat ook met ons.

Wat heeft de Vader geweldig veel liefde voor ons! Wij worden niet alleen zijn kinderen genoemd, wij zijn het ook. De mensen die God niet kennen, begrijpen daar niets van. Ja, vrienden, wij zijn kinderen van God en kunnen ons er geen voorstelling van maken hoe het later zal zijn. Maar wij weten één ding: als Christus komt, zullen wij zijn zoals Hij, omdat wij Hem dan zien zoals Hij werkelijk is. (1 Johannes 3)

Laat een bericht achter:

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier