Al de feiten
U bepaalt hoe lang ik leef
– Psalm 31:16
Een belangrijk man in de 19e eeuw had een banket georganiseerd ter ere van een aantal leidende figuren in het Engels denken. Zij waren leiders op het gebied van de politiek, kunst, literatuur, op financieel gebied en op godsdienstig vlak. Na het eten werd aan de decaan Stanley gevraagd om de speeches te leiden. Er was geen bepaald onderwerp voor de avond gepland.
De decaan stond op en stelde voor om het die avond te hebben over het onderwerp: “Wie zal de toekomst bepalen?” De eerste spreker die hij ten tonele riep was professor Huxley. Na een kleine verbale schermutseling gaf Huxley als zijn gedachte weer dat de toekomst bepaald zal worden door de natie die het dichtst bij de feiten blijft. Hij liet zijn publiek diep onder de indruk achter.
Hij werd gevolgd door een bekende Engelse schrijver, een lid van het Parlement en tevens de toenmalige president van de Koninklijke Commissie van Onderwijs. Hij begon heel rustig met deze woorden: “Heren, ik heb met grote interesse geluisterd naar de laatste spreker en ik ben het met hem eens. Ik geloof dat de toekomst toebehoort aan de natie die het dichtst bij de feiten blijft. Maar ik wil er nog één woordje aan toevoegen: al de feiten. Niet een paar feiten, maar al de feiten.”
“Het grootste feit nu,” ging hij verder, “is God. God is het antwoord.”
Dat banket is nu al lang achter de rug, maar de vraag: “Wie zal de toekomst bepalen?” leeft nog steeds en weegt zwaar. Vlak voor de dageraad is de duisternis het grootst.
‘Want net zo min als wij in de zon kunnen kijken wanneer de wind alle wolken uit de lucht heeft weggedreven, zo min kunnen wij het oog richten op de ontzagwekkende majesteit van God, als Hij Zich vanuit de hemel over ons uitstort, gehuld in zijn duizelingwekkende pracht.’
-Job 37:21,22
