Januari 1

Wij moeten de wedloop die voor ons ligt voltooien zonder op te geven. Daarbij moeten wij steeds weer kijken naar Jezus, die ons de weg wijst. Hij is het doel van ons geloof. Hij kon Zich aan het kruis laten slaan en de schande negeren, omdat Hij wist welke blijdschap Hem te wachten stond. En nu zit Hij aan de rechterzijde van de troon van God. (Hebreeën 12:2-3)

Lieve Jezus, U bent God en mens, koning en dienaar. U verliet uw troon van onsterfelijkheid en liet zich omhullen met menselijk vlees. U werd een van ons zodat U ons kon verlossen van de eeuwige dood. Grote vreugde stroomt mijn hart binnen als ik eraan denk hoe U stilletjes en nederig naar onze wereld kwam en haar voor altijd veranderde. Wie had zich kunnen indenken wat een verandering er zou plaatsvinden door een klein kindje dat geboren werd aan doodeenvoudige lieden, in doeken werd gewikkeld en in een etensbak voor het vee gelegd werd?

Dank U dat U de keuze heeft gemaakt om zowel de vreugde als de smarten van ons aardse leven te beleven. Dank U voor het verdragen van de tranen, de pijn, de frustratie, de eenzaamheid die U soms doormaakte, de uitputting en tenslotte de dood zodat U ons volkomen kon begrijpen.

Een betere liefde dan die van U is er nooit geweest! Vergeeft U mij alstublieft mijn fouten en tekortkomingen. U bent de Verlosser van de wereld en ik wil U graag als mijn persoonlijke verlosser in mijn leven binnen laten. Loop naast me alle dagen van mijn leven, en als mijn verblijf op aarde teneinde loopt, neem me dan alstublieft op in de hemel om voor altijd bij U te wonen.

Amen

***

Een vriend klopt aan de poort
Zijn armen met geschenken overladen. Driehonderdvijfenzestig sleept hij er voort,
vooralsnog zijn het onbeschreven bladen.

Iedere dag opnieuw opent Hij er weer een
om zo de zegen van ’t leven te verspreiden.
Hij is als een zaaier die ons leert
hoe ons in Zijn liefde te verblijden.

Vriend, kom dus naderbij met blij gezicht,
als er wolken zijn die maar niet klaren.
Wij wachten hand in hand op ‘t hemels licht
en vertrouwen in de nacht, op woelige baren.
Wij zijn op weg naar een oord waar dagen niet bestaan,
geen maanden en ook geen jaren.

***
-Naar een gedicht van Dina Muloch Craik

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier