Een hemels bezoek

Door Janice Murphy

Het voelde alsof iemand met een hamer op mijn hoofd aan het slaan was. Waar kwam die hoofdpijn opeens vandaan? Ik was in mijn kantoor op de universiteit waar ik les gaf, en ik waste mijn gezicht met wat koud water maar de pijn werd er niet minder door.
Toen ik naar buiten stapte werd ik opeens duizelig en de hele wereld begon te draaien.
“Bent u wel in orde?” hoorde ik iemand ver weg nog zeggen.
Maar dat was ik niet. Mijn benen voelden als was en opeens werd alles zwart voor mijn ogen.
Ik was nog nauwelijks bij bewustzijn maar realiseerde me dat ik op een brancard gelegd werd en hoorde vaag het geluid van een ambulance die me met loeiende sirene naar het ziekenhuis reed.
“Een hartaanval,” fluisterde iemand. “Ze moet direct geholpen worden,” zei iemand anders. Opeens wist ik dat mijn einde nabij was. Dit zou ik misschien niet overleven.
Toen keek ik naar beneden als door een mistige waas en zag daar het levenloze lichaam van een vrouw in een bed, terwijl verpleegsters en dokters af en aan renden. Wie was die vrouw? Ik leek haar te kennen.
Opeens realiseerde ik me met een schok dat ik heel goed wist wie dat was. Dat was ik zelf.
De mist rondom me werd dichter en dichter. Ik kon niet goed meer zien wat er beneden gebeurde en ik staarde wanhopig in de nevel om te zien of er ergens iets was waar ik me aan vast kon houden of waar ik naar toe moest gaan. Maar ik zag niets. Ik was omringd door een grauwe mistige sluier, totdat…ik hem opeens zag.
Pappa…?
Daar was mijn vader. Hij droeg zijn favoriete kostuum met zijn vuurrode das. Dat was het pak dat hij altijd droeg als hij op zondag naar de kerk ging.

Ik glimlachte blij. Pappa was gekomen om me te troosten. Hij zou me zeker naar een plaats leiden waar de pijn niet langer bestond. Naar de hemel, waar ik omringd zou worden door Gods machtige engelen. Ik kon het engelenkoor al haast horen in mijn verbeelding.
Maar pappa’s gezicht vertelde een ander verhaal. Het stond zakelijk, eigenlijk precies zoals ik hem kende en hij pakte mijn arm en zei met besliste stem: “Janis, je moet wakker worden. Je moet direct wakker worden, want het is niet de bedoeling dat je hier bent. Je moet teruggaan. Er is nog heel veel werk voor je.” Pappa’s stem was teder en vol liefde, maar zo beslist dat ik wist dat ik terug zou moeten gaan.“Maar pappa,” smeekte ik nog. “Ik wil zo graag bij je blijven.”
Hij fronste zijn wenkbrauwen en keek me doordringend aan.
“Dat kan niet,” zei hij weer. “Het is je tijd niet. Je moet teruggaan.”
Zijn stem was zo liefdevol en vol begrip, maar de boodschap was overduidelijk. Hij sprak met een liefde die alleen maar van God kan komen en van een ouder die zijn kind zo door en door kent.
Pappa, die altijd in me geloofd had en wiens warmte en kracht ik zo gemist had. De mist rondom me was nu zo dicht dat ik nauwelijks iets kon zien.
“Maar ik weet de weg niet!” zei ik. “Ik heb je nodig om me de weg te wijzen.”
Maar pappa schudde van nee. “Dat is geen probleem. Volg het licht maar totdat je bij de andere kant komt.” Hij stak zijn arm uit en wees in de richting die ik moest lopen.
En inderdaad zag ik een flauw licht dat door de mist heen leek te breken.
“Dag pappa,” zei ik nog. “Ik hou van je.” Toen liep ik de richting van het licht op en opeens was ik terug in mijn bed.
“Ze komt terug…Ze komt terug! “ hoorde ik iemand schreeuwen.
Toen ik mijn ogen opende zag ik dat ik in het ziekenhuis lag.
Het was moeilijk om weer te wennen aan het leven hier, na zo’n geweldige ervaring, maar het geschenk dat me die dag gegeven werd heeft mijn leven radicaal veranderd.
De wetenschap dat pappa, samen met Gods engelen, op mij wacht, geeft me genoeg troost om mij volledig in te zetten voor de aardse taken die er vandaag van me gevraagd worden. Het eeuwige leven wacht op me maar het is niet de bedoeling dat ik daar ook maar een minuut te vroeg aankom.

Laat een bericht achter:

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier