Een foto uit de hemel

Het was er warm, maar niet onaangenaam. En er was muziek. Bekende, vrolijke muziek. Wat was dat toch en waar kwam het vandaan? Ik wist niet precies waar ik was, maar ik voelde een diepe rust. Ik was veilig en geborgen. Toen voelde ik zijn sterke armen om mij heen.
Pappa?
Hij danste met me, zoals hij altijd deed toen ik nog een klein meisje was. Of zoals op mijn trouwdag.
Maar pappa was er niet meer. Hij was plotseling overleden.
Maar nu zag ik hem. Ik keek hem vragend aan. Hij zei niets maar zijn glimlach was warm en teder. Ik zag hem zo duidelijk voor me.
“Ik hou van je,” zei hij met zijn ogen.
En voor de eerste keer in maanden voelde ik me echt getroost.
Pappa was misschien toch niet echt weg.
Toen ik wakker werd scheen de zon uitnodigend mijn kamer in en realiseerde ik me dat ik gedroomd had. Maar dat warme gevoel bleef me bij. Het was dan wel een droom geweest, maar het had allemaal zo echt aangevoeld. Pappa was bij me. Hij zag er zo blij uit in mijn droom en hij wilde dat ik ook blij was.
Ik sprong uit bed. Dit moest ik aan mamma vertellen.
Mamma woonde een paar huizen verderop en wist maar al te goed hoe moeilijk ik het had met de verwerking van mijn vaders dood. Ik was boos op alles en iedereen. Ook op God. Waarom had Hij vader niet genezen van zijn kanker? Hij was pas 52 jaar. Mamma had het er natuurlijk ook erg moeilijk mee. Ze had de liefde van haar leven verloren, maar toch was ze vol rust en vertrouwen.
Dat kwam door haar geloof. “God staat naast me, lieverd,” had ze gezegd, “en dat is genoeg. Pappa is in de hemel.”
“Geloof je dat echt, mamma?” had ik haar gevraagd. “Hoe weet je nou dat er iets is na dit leven?”
Mamma pakte mijn hand en zei, ”Lieverd, alles waar ik aan denk zijn die geweldige dagen die je vader en ik samen hebben mogen doorbrengen. Weet je nog dat we zo graag naar de stranden van Florida gingen, daar in Clearwater?”
Natuurlijk kon ik me dat nog herinneren. Ze hadden daar urenlang langs de waterkant geslenterd om schelpen te zoeken en hadden steeds weer gezegd hoe gelukkig ze daar waren geweest.

“Als ik weer terugdenk aan die prachtige tijden, het witte zand, de schelpen, de zon en de bruisende golven…dat was een stukje hemel op aarde. God heeft ons zoveel moois gegeven. Dat is niet zomaar opeens voorbij omdat ons lichaam niet meer verder wil. Zulke dagen zijn een kleine
afspiegeling van wat ons te wachten staat na dit leven.”
“Maar hoe kun je daar nu zo zeker van zijn? Niemand weet wat er gebeurt na dit leven. Alles wat ik zeker weet is dat pappa er niet meer is.”
Mamma keek me aan met een tedere blik en zei: “Voordat je vader stierf heeft hij me beloofd dat hij zou proberen om me een teken te sturen vanuit de hemel, gewoon om me te laten weten dat alles goed is en we ons geen zorgen hoeven te maken. Ik weet niet of ik ooit zo’n teken mag
ontvangen en hoe het allemaal werkt na dit leven, maar ik ben er van overtuigd dat God na dit leven voor ons klaarstaat.”
Was deze vreemde, realistische droom misschien dat teken?
Dus rende ik naar het huis van mijn moeder. “Mamma, ik had zo’n bijzondere droom en ik—
Maar mamma onderbrak me
“Ga zitten.” Haar stem klonk opgewonden en het verbaasde me, maar ik deed wat ze zei. “Ik wil je iets laten zien,” ging ze verder. “Dit ontving ik zojuist in de post.” Ze toonde me een vakantiebrochure die ze had ontvangen van de bank waar ze haar rekening had lopen. De brochure ging over de stranden van Clearwater in Florida, de stranden die mamma een kleine afspiegeling van de hemel had genoemd. Ik bekeek de foto’s. Prachtig
gewoon. Het waren foto’s van het heldere water en de prachtigste schelpen die je je maar kunt voorstellen.
“Heel mooi,” zei ik, niet goed begrijpend wat er zo bijzonder aan was.
“Sla de bladzijde eens om,” zei mamma met een lichtje in haar ogen.
Op de volgende bladzijde was een foto te zien van een man die voorovergebogen naar schelpen zocht. Een bekend postuur. Ik keek eens beter en mijn mond viel open van verbazing toen ik me met een schok
realiseerde wie er op die foto stond. “Pappa!” Ik schreeuwde het uit. En daar op de achtergrond stond mamma. Ze waren gefotografeerd zonder het te weten.
“Ik had je toch verteld over dat teken?” zei mamma weer. “Ik heb er nooit aan getwijfeld, maar nu is het wat mij betreft zo klaar als een klontje. Vader is in de hemel en alles is goed. En wij gaan er ook heen.” Toen keek ze naar mij en vroeg: “En jij, geloof jij het ook?”
“Ja mamma,” zei ik terwijl de tranen in mijn ogen sprongen. “Ik weet het ook zeker. Pappa heeft mij ook een teken gegeven…”

Laat een bericht achter:

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier